We moeten
even geld trekken en terwijl Clemens dat doet zie ik aan de overkant van de
straat een winkel met het opschrift ‘Champion of the Champions. Jesus Christ.
Christian & Sportwear Novelties’. “Moet je daar kijken! Bijbels en
Baseballspullen in één
winkel….en, hé, er zit een kapper naast!” zie ik ook opeens.
“Even kijken of er plek is?” We stappen Rose Lawn Barber Shop binnen en Clemens
kan gelijk gaan zitten.
Gezellig babbelen bij de kapper... |
Er zijn drie
stoelen op een rij met vrouwelijke kappers en achterin is een hokje met een klassieke
barbier: die scheert ook! De barbier is net klaar met een klant. Als we daar
later aan terugdenken zie ik alleen nog de korte broek en de knaloranje
kniekousen voor me. Hij is een fan van de Bulldogs hier. Clemens zag ook het
witte boordje om z’n nek. “Hij is de pastoor en hij runt ook de winkel
ernaast.” Bijzondere combi…
Zodra je de
US 82 in New Mexico weer oprijdt zit je opnieuw in de woestijn. Ik kan er maar
niet aan wennen en ben blij als we het Lincoln National Forest om ons heen
zien. De weg gaat ongemerkt steeds verder omhoog en bij Cloudcroft, op 2600
meter hoogte, ligt er zelfs sneeuw tussen de pijnbomen! Borden langs de weg
waarschuwen voor ‘snowplows’. Kleine lawines? Nee, Amerikaans voor
sneeuwploegen.
Winkels kijken in Cloudcroft... |
We vinden trouwens een échte espresso in het bergdorp
Cloudcroft, bij een échte bakery die nog een olijvenbrood heeft, en wandelen
verder langs de andere winkeltjes. Ik vind een leuk stel sokken, maar maak alleen
een foto.
Die rose...met als tekst: My favorite salad is wine |
Van
Cloudcroft in de Sacramento Mountains,gaat de US 82 stijl naar beneden, tot
1300 meter, met natuurlijk verrassende uitzichten op White Sands National
Monument en de rest van het dal tot aan de San Andress Mountains in de verte.
In dat kale dal ligt de ‘Dos Viejos Winery’ waar we graag willen overnachten en
de Desert Lake Golf Course waar we graag willen spelen.
James Dann, samen
met Robert Dann eigenaar van de wijngaard, komt speciaal voor ons naar zijn
loods annex proeflokaal. Hij ziet er versleten uit en dat onderstreept zijn
verhaal. Hij dàcht hier een jaar of wat geleden op z’n gemak wijn te kunnen
verbouwen en bottelen, maar het fysieke werk viel erg tegen. Eens in de zoveel
jaren vriest het hier behoorlijk en de laatste keer is hij op die manier 4500
van zijn stokken kwijtgeraakt. Het lukt maar niet om nieuwe stokken voldoende
tot bloei te brengen. En dat terwijl op deze plek de Spaanse missionarissen al
sinds 19e eeuw, op 1350 meter boven de zeespiegel, wijn verbouwden!
James’ vroegere
highschoolvriendin, die het schamele proeflokaal draait, laat ons een rosé en
drie rode wijnen proeven: geen toppers wat ons betreft. We kopen een blend van
cabernet en merlot. Die gaat nog. “Misschien waren die andere al veel te lang
open? In de rosé en de pinot noir zat alleen nog een bodempje.” “Zou kunnen.”
Maar ja, dat zeg je niet als je weet dat ze slecht draaien…
Wijnranken in de woestijn... |
Op het
moment dat we terug willen lopen naar de camper zie ik door de half open
achterdeur een plastic zakje met wat water hangen. “Waar is dat voor?” “Wat?
Oh, dàt. Het houdt de vliegen buiten. Mexicanen hebben ontdekt dat de
schittering van het water een vervelend effect heeft op de bolle ogen van
vliegen. En nu heb ik er ook twee koperen muntjes bij gedaan. Dat las ik op Facebook.” Slim. Gaan
wij ook proberen!
Goeie tip! |
Terug in de
camper zoek ik eerst naarstig in m’n archief naar de foto van kunstwerk dat ik
vorig jaar september in het Stedelijk heb gezien, een grote zwarte wand vol
half gevulde plastic zakjes met water. Blijkbaar is de foto niet goed gelukt en
heb ik ‘m weggegooid. Even verder zoeken op internet en ik heb het antwoord:
Henk Peeters, lid van de ZERO-beweging, maakte het in 1966. Het heet ‘Akwarel’.
Zou Peeters het idee voor dit werk in Mexico hebben opgedaan?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten