Zoeken in deze blog

zondag 3 april 2016

Pratt Cabin: een miniparadijs in McKittrick Canyon


Dankzij de Mountaintimezone is het om kwart over zeven al lekker licht. En wat nog nooit is gelukt: tegen half tien hebben we al weer twintig mijl gereden en staan we bij de start van onze zondagse wandeling. Vandaag de McKittrick Canyon Trail van 4,8 mijl naar een cabin in Guadalupe Mountains. Je kunt ook er ook 6,8 mijl van maken, maar dat laatste stuk van de trail gaat stijl omhoog. Niks voor mij.
Net als gister op Pine Springs is het afwisselend windstil en het volgende moment waaien je benen onder je kont vandaan. Dus Leki gaat mee!


Start van de McKittrick Trail
Guadalupe Mountains, Texas
Over Leki moet ik even uitwijden: vorige week, vlak voor we naar de Fat Bell Shelter in Seminole Canyon State Park afdaalden, ontdekte ik dat m’n trouwe Leki niet meer werkte. Je kon de twee stelrubbers eindeloos doordraaien. “Gelijk weggooien!” was Clemens’ advies. Iets te gortig vond ik en na een poosje borrelde een idee op: “Als we weer in een grote stad zijn ga ik op zoek naar een Amerikaanse  Bever of een Carl Denig. Wie weet kan-ie nog gemaakt!” Clemens sloeg in wanhoop z’n ogen ten hemel en tolereerde vervolgens dágenlang de aanwezigheid van Leki onder zijn bank. (Onder die van mij staat de voorraad waterflessen, vandaar.)
Met de wandeling van vandaag in het vooruitzicht heb ik Leki gister zelf helemaal uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet: en nu kan ik elke gewenste lengte weer soepel instellen!!! Vraag me niet hoe dat werkt. Het heeft iets weg van ‘resetten’ alleen is dit een puur mechanisch stokje van vijfentwintig jaar oud. En al weet ik niet hóe, ik ben wel hartstikke trots!


Droge preekbedding, een van de vele
Terug naar de McKittrick Canyon Trail. De kwalificatie is ‘moderate’ en dat klopt. Regelmatig voert het pad door droge rivierbeddingen en weer ophoog met links en rechts sotol, agave, cactus en andere woestijnplanten. Na anderhalve mijl komen we bij een kreekje waar nog water door stroomt. 


Rechts stroomt wat water...
Daarna verschijnen er langzamerhand steeds meer bomen en dan sta je plotseling bij de ingang van de cabin: twee taps toelopende zuilen van op elkaar gestapelde rivierkeien markeren een ‘oprijlaan’. De wind is weg…


De 'oprijlaan' naar Pratt Cabin
“Gut, wat grappig!” zeggen we eerst nog tegen elkaar. Maar honderd meter verder valt onze mond open van verbazing. Hier staat, midden in een pijnbomenbos, een compleet stenen huis! Op de deur hangt een plattegrond, door de ramen kijk je in de living, de badkamer, de slaapkamers en de keuken. Een paar meter verder staat een schuur. Ook met wanden én dak van leisteen. Dikke pijnboombalken dragen de daken…“Als je kon zorgen voor voldoende aanvoer zou je hier toch zeker veertien dagen willen zitten en schrijven!” Het huis doet Clemens gelijk denken aan een grote houten hut in Noorwegen waar hij vroeger regelmatig naar toe ging. Twee uur lopen met eten en drinken voor een week op je rug. Ook zo’n paradijselijk oord waar je niets dan stilte hoort.  


Slaapkamer aan de koele kant
Het huis waar we nu op de veranda zitten is gebouwd in de winter van 1931-1932 door Wallace E. Pratt. Deze geoloog kwam naar Pecos om in opdracht van de Humble Oil and Refining Company land te kopen. Een advocaat liet hem Mc Kittrick Canyon zien en Pratt werd gelijk verliefd op deze plek. Hij koopt de hele canyon en heeft er dertig jaar van genoten begrijpen we uit een verhaal dat naast de plattegrond op de deur hangt. In 1961 schenkt hij zijn land en dit huis aan ‘the American People’.


Helemaal gave agave's
Met moeite pakken we onze rugzakjes weer op en nemen afscheid van dit mini-paradijs.


Met de wind in de rug terug...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten