Zoeken in deze blog

vrijdag 29 april 2016

Verse eieren en zoute drop

Sinds ons bezoek aan het David & Gladys Wright House in het warme, zonnige Phoenix heeft Clemens twee golfbanen verkend. Eentje in Wickenburg en één in Prescott. Allebei worden ze onderhouden met ‘reclamed wastewater’. Dat is dankbare informatie want je denkt al gauw dat golfbanen een verschrikkelijke aanslag zijn op de drinkwatervoorziening en op irrigatiemogelijkheden voor de landbouw in dit woestijngebied. Maar zo werkt het hier niet…niet meer in elke geval.

Zelf moest ik echt nódig een paar dagen schrijven, want alle belevenissen van de week daarvoor gingen in m’n hoofd door elkaar lopen. Nu schrijf ik het lekkerst met kussens in m’n rug op bed en dat was helemaal geen straf met temperaturen rond de tien graden…


Peavine Trail door Granite Mountains
We hebben wel elke nacht een ander plekkie opgezocht en tussendoor nog een lekkere wandeling gemaakt, de Prescott Peavine Trail door een deel van de Granite Mountains: de Granite Dells met lekker veel groene bomen.

Overnachten op Tonto Mountain Range van Ray en Carol Belmore is een verhaal op zich. Clemens belt van te voren altijd of het schikt, en soms krijg je dan een voicemail. Ray belde terug en wilde ons gelijk een routebeschrijving geven. “Fijn dat we bij jullie kunnen overnachten, maar we zijn nu aan het wandelen.” Uurtje later belt hij terug. Ik noteer alle aanwijzingen, hoewel TomTom ook gewoon meedoet, maar de laatste vierhonderd meter van de vijf mijl wasbordweg nét weer niet. In de verte zien we Ray. Hij staat ons op te wachten, bij de ingang van z’n range, en rijdt onmiddellijk in z’n golfkar voor ons uit. Om misverstanden te voorkomen: hier heeft elke ranger en iedereen met een beetje grond een golfkar. Heeft niks met het spel te maken.
Het land van Ray ziet er behoorlijk armoedig uit: op kale gronden scharrelen paarden, ezels, geiten, kippen en een paar pauwen. Zijn woonhuis is een witgeschilderde houten barak. Het erf ligt bezaait met roestig gereedschap, losse houten planken en ondefinieerbare rommel. Dus als hij vraagt of we nog iets nodig hebben zeggen we, met de gedacht die van hen te kopen: “Ja, we willen graag eieren.” Komt hij vijf minuten later aanscheuren met twaalf kakelverse eieren. “Nee, kost niks. It’s my pleasure. See you tomorrow.”
We zijn eigenlijk reuze benieuwd hoe deze mensen hier leven, best ver weg van de bewoonde wereld en op meer dan tweeduizend meter hoogte. Maar ook de volgende ochtend lukt het niet om verder kennis te maken. Ray is hooi halen, horen we van een man uit een ander bouwvallig pandje, en Carol nodigt ons niet binnen uit als we aankloppen om te bedanken. En het is te koud om lang buiten te blijven babbelen…



Zicht op Verde Valley vanuit Jerome

Twee dagen later post ik bij Starbucks in Prescott alle nieuwe berichten. Dat duurt een paar uur, maar het lucht wel op. We rijden door de Mingus Mountains. Een schitterende rit over SH 89A richting Verde Valley. Jerome is het eerste stadje dat je dan tegenkomt. Victoriaanse huizen langs haarspelbochten kleven in aan de rotsen of overbruggen, net als dijkwoningen, de hoogteverschillen tussen ‘voor’ en ‘achter’. De hoofdstraat van deze vroegere goudzoekersgemeenschap doet nog Europees aan: smalle straat met leuke winkels. Ik pas een prachtige leren hoed. Type hoog, maar dan ingedeukt.


Winkel voor echt leren hoeden!

Even verder zit een snoepwinkel. Ik moet nog amandelen hebben dus wie weet hebben ze ook noten? Jawel, maar alleen in zoete coatings. Hmmm. Ik scheur me los van een toonbank vol grote bonbons met de flauwe smoes: “Sorry, have to watch my weight”.  Op weg naar de deur bespeur ik zeker zeven potten met ‘Hollandse Drop’. Die zijn natuurlijk acuut aanleiding voor een leuk gesprek met de dame achter de toonbank: “We hebben veel Nederlandse klanten in de omgeving die blij zijn met ons assortiment en vooral met de zoute drop. Die vind je verder bijna nergens!” 


Vrolijke snoepwinkel in Jerome

De stem in m’n hoofd die altijd ‘Niet snoepen’ roept, wint het opnieuw. Ik weersta de aanschaf van een pondje zoute drop. We rijden de Verde Valley in op zoek naar een nieuwe overnachtingsplek. Bij voorkeur in de wildernis.



maandag 25 april 2016

“Don’t look!”

Tegen negenen zijn we klaar om Jeff Simon, de manager van ‘Villa de Paz’, te bedanken dat we hier een nachtje hebben mogen staan. “Jeff is Mormon, so he is in church.” vertelde een medewerker bij onze aankomst gistermiddag. Nu is hij er wel: “Yeh, I saw the license plate from The Netherlands. So how did you get this rig here!!!” Terwijl Clemens ons verhaal vertelt valt mijn oog op een oliedrum vol gebruikte golfballen. De tekst, in de Amerikaanse kleuren rood en blauw, is een mooie combi van creativiteit en positief denken: ‘Experienced balls, 6 for $ 5.00 [They know there way around the golf course!!!!!]’ ‘Ervaren’ in plaats van ‘Tweedehands ballen’, en dan die prachtige toevoeging dat ze de weg weten...goed voor een grote grijns!

Villa de Paz ligt in het uiterste westen van Phoenix, een agglomeratie van Phoenix zelf en talloze andere steden. Gister waren we bijvoorbeeld in Scottsdale, Fountain Hills en Apache Junction. In Phoenix zelf wonen nu anderhalf miljoen mensen. Met al die andere steden erbij praat je over ruim vier miljoen inwoners. Vandaag rijden we weer naar Scottsdale, zo’n zeventien mijl naar het oosten. Behalve het huis dat Frank Lloyd Wright voor zijn zoon en schoondochter heeft ontworpen, willen we een Apple Store opzoeken: de iCloud van Clemens werkt traag bij het uploaden van foto’s uit de Mac naar de iPad. Niet onoverkomelijk, maar als je dan toch weer eens in een grote stad ben, à la!



Herkenbaar geeft rust...

Zodra ik de Apple Store binnenstap heb ik weer enorme bewondering voor dit wereldbedrijf. Net als ooit in Pasadena, en vorig jaar in Toulouse bij een retailstore, voel je je hier in Scottsdale bijna alsof je bij Apple op het Leidseplein of de Prins Hendrikkade binnenstapt. Eerst iemand die je welkom heet en vraagt waar je voor komt. Bij problemen wijzen ze gelijk naar de Genius Bar. Daar staat iemand met wie je soms moet onderhandelen omdat hij of zij het probleem ernstiger inschat dat jijzelf en je mogelijk een paar uur moet wachten. Maar meestal lukt het wel om gelijk aan de beurt te zijn. Wat ook zo prettig is van Apple: je hoeft niks uit te leggen. Alle apparaten werken hetzelfde. Het enige nadeel: alle medewerkers zijn weliswaar heel herkenbaar met hun appelgroene t-shirts, maar ze dragen geen badges. Ben alle namen van de jongens en meiden dus al lang weer vergeten…
Het uploaden van foto’s gaat weer prima na een complete herstart van Clemens’ Mac. Maar ruim vierentwintighonderd  foto’s vraagt een boel tijd, dus we gaan lekker aan een tafel zitten en rommelen wat op internet…


Kindertafel bij Apple in Scottsdale (AZ) 
Ik bedenk dat ik weliswaar nog heel veel blogs achterloop, alleen hier in de store schrijven gaat niet werken. En ik wil eigenlijk ook wel meer over Scottsdale weten. Dat levert een leuk verhaal op. Scottsdale dankt haar naam aan Winfried en Helen Scott. Zij vestigen zich hier in 1894 als witte eerste bewoners. Het dorp heet dan nog ‘Pima Vilage’. Winfried was een paar jaar eerder, als legerofficier, voor deze vallei gevallen en er heilig van overtuigd geraakt dat je met de irrigatiesystemen die de Pima Indianen hier in deze ogenschijnlijke woestenij gebruikten uitgebreid sinaasappelen, citroenen, grapefruits, vijgen, aardappelen, pinda’s en amandelen zou kunnen verbouwen. Blijkt te kloppen. En veel van de ‘settlers’ die Winfried Scott werft om ook naar deze ‘Valley of the Sun’ toe te komen zijn goed opgeleid en houden van muziek, theater en andere culturele activiteiten. Dat werkt door in de sfeer van een stad lees ik op de site van Scottsdale, en dat geloof ik ook.
Al vanaf het eerste moment dat we Phoenix en zeker Scottsdale binnenreden zei ik: “Wat heerlijk, al die laagbouw in woestijnkleuren verscholen tussen flinke struiken en al die aandacht voor openbaar groen langs alle wegen.” Op de site lees ik over de achterliggende oorzaak: al sinds het begin van de zeventiger jaren geldt hier een verbod op billboards! Tuurlijk, dát maakt het hier ook zo plezierig! Grappig dat je die visuele rust wel heel goed voelt, maar niet zelf hebt herleid tot de afwezigheid van reclameborden…


Natuurlijke blikvanger:
de top van een tweehonderdjarige saguaro

 Na anderhalf uur is nog geen tien procent van de bijna drieduizend foto’s opgestegen naar de iCloud. “Is er geen manier om dat te versnellen?! Dit schiet echt niet op.” Antwoordt een schat van een medewerker die we raadplegen: “Don’t look! Zet het apparaat gewoon weg en kijk er voorlopig niet meer naar, want daar word je simpel van. It’s like watching paint to dry.”








David & Gladys Wright House, Phoenix

“Maandag kun je er gewoon terecht.” Dat zei Phill Buckler, de docent van Taliesin West, over het huis dat Frank Lloyd Wright (FLW) voor zijn zoon David en zijn schoondochter Gladys heeft ontworpen. Dus we gokken het er op.
In het mooie overzichtswerk dat ik zaterdag op advies van Phill heb aangeschaft, staat alleen niet het goede adres en ook de coördinaten kloppen niet. Ik heb ergens gelezen dat je moet parkeren bij een kerk in de straat achter het huis en dan moet zoeken naar een deurtje in een muur.



Even zoeken naar de ingang
die géén protest van de buurt opleverde
Als we dat doen en de deur openen staan we in een prachtige minimalistisch aangelegde tuin met rondlopende wandelpaden. Het eerste lage gebouw dat je daarna ziet is wellicht de receptie? Binnen luistert een groep mensen naar een docent en wij voegen ons enigszins aarzelend bij het gezelschap…


Op weg naar ...de receptie?

Dennis McDonald, de docent, ziet ons staan en onderbreekt prompt zijn verhaal. Hij heet ons van harte welkom en nodigt ons uit om vooral de rest van de rondleiding mee te maken. “We zijn nu in het gastenverblijf en gaan zo meteen naar het huis zelf.” Dank u wel. Clemens polst een van de andere bezoekers: deze bezichtiging is gratis.
Het meest bijzondere aan het gastenverblijf vind ik zelf vooral de perken vol grote en kleine agave’s met op de bodem kiezelstenen in dezelfde kleur: dit is zo móói!


De spiraal van het David Wright House

 Het ‘David Wright House’ is gebouwd in 1950. Het ontwerp is spiraalvormig zodat het huis aan alle ‘kanten’ wind kan vangen en op die manier heerlijk koel blijft. Je ziet dezelfde spiraal terug in het Guggenheim Museum (New York). Het verhaal wil het David Wright House een opmaat is naar Guggenheim.

Met de hele groep lopen we naar het voormalige amandelvormige zwembad en een aanpalend grasveld op de bodem van de spiraal. FLW dacht altijd aan alles, dus er is ook een kleedkamer annex douche naast het grasveld.
Dan gaan we de slome hellingbaan naar het woonhuis op. Alles in dit vriendelijke huis is rond.
Er staat een mand met plastic sloffen voor ons klaar om gewoon over het schitterende, de muren van het huis volgende vloerkleed te kunnen lopen. De eetkamertafel heeft een half verzonken ronde glazen vaas in het midden. Zo zie je relatief meer bloem. “Hé, dat wilde thuis jij ook!” roept Clemens enthousiast.


Detail van het vloerkleed
Vanuit de woonkamer, maar zeker ook vanuit de slaapkamer kijk je naar Camelback Mountains in het noorden. In de gebogen gang van woon- naar slaapkamer vind je tot lieshoogte een enorme hoeveelheid ‘meebewegende’ laden. Prachtig! Kijkje op dan heb je weer uitzicht op de bergen.
FLW’s favoriete open haarden zijn hier natuurlijk eveneens aanwezig. Het hout ligt op een halfrond rooster. Open haarden zijn er in de filosofie van FLW niet alleen voor de fysieke warmte. Hij is er van overtuigd dat haardvuur ook de warmte van gesprekken verhoogd en de kwaliteit daarvan ten goede komt. Mooie gedachte…


Keukenraam met 'zonnescherm'

In de keuken zit een rond raam. Je kijkt iets boven het midden tegen de zijkant van de hellingbaan die je op de top van het huis brengt. Wat is dit?! Waarom geen ‘vrij’ uitzicht? Ook daar is over nagedacht. De hellingbaan doet ook dienst als zonwering zodra de zon aan de zuidkant van het huis staat.  Aan het einde van de hellingbaan, op het ronde platte vlak heb je naar alle kanten uitzicht op de bergen in de omgeving. Nu weliswaar een beetje belemmerd door hoge bomen in zuiden en het westen, maar niet zoveel dat je ’s avonds niet uitgebreid van de sterrenhemel kunt genieten…


Uitzicht op Camelback Mountains

Wie wil kan nog even de ‘utilityroom’ bekijken. Goed idee. Dennis opent op de begane grond een zware, vergrendelde houten deur. Het is een enorme walk-in koelruimte met een constante temperatuur van omgerekend 12˚C. Slim!


Als we teruglopen naar het gastenverblijf, en richting het deurtje in de muur,  bedank ik Dennis extra voor het feit we zo maar op de bonnefooi met hem mee konden. Hij lacht: “Wat mij betreft is iedereen die dat deurtje heeft weten te vinden van harte welkom. Ik doe daar niet moeilijk over.” Ik vertel dat een docent van Taliesin West, Phill, ons heeft gestimuleerd om gewoon een kans te wagen ongeacht wat de aanmeldingsschema’s op website hebben te melden. Blijken de heren vrienden te zijn: “We’re in the same church. And yes, he’s right. Glad you made it to this place!”

zondag 24 april 2016

Music is the language of the soul

Van wie de tip kwam, weet ik niet meer, maar: “Als je in Phoenix bent mag je het Musical Instrument Museum (MIM) niet missen!” Half elf kwamen we binnen; tegen drieën zaten we vol. Ze verkopen ook een pas voor twee dagen en dat is helemaal geen gek idee. Want er is zoveel te kijken en te luisteren…


Het motto van MIM
Hoe het gaat? Je krijgt een hands free kastje met een koptelefoon en dan ga je bij voorkeur eerst naar de geografische galerijen. Je kiest een continent: Europa, US & Canada, Latijns Amerika, Azië (verdeeld over Centraal, Zuid, Zuid-Oost, en Oost Azië), Oceanië, Afrika of het Midden Oosten. Dat is tot onze verrassing inclusief Egypte en alle andere landen aan de zuidkant  van de Middellandse Zee. Maar goed, je kiest een continent en dan wandel je van land naar land, of het geval van de USA van streek naar streek. Je bekijkt de belangrijkste instrumenten. Elk land en elke streek heeft een videoscherm en als je stopt hoor je automatisch drie of vier typerende muziekfragmenten.


Zo maar een hoekje van de tentoonstelling

Na een poosje realiseer ik me dat muziek maken over de hele wereld sterk verbonden is met religieuze feesten en rituelen: dansen, zingen en samenzijn. Alleen in fragmenten uit Noord-Europese landen zie je mensen stil zitten te luisteren naar andere mensen die op een podium onder leiding van een dirigent musiceren. Maar ik meen ook dat je lang geleden in het Concertgebouw gewoon aan tafeltjes lekker een drankje zat te drinken. En als dat klopt, wanneer zou dat dan zijn veranderd? Heeft het misschien iets te maken met Beeldenstorm en Calvinisme? In de kerk moet je ook stilzitten en bovendien hebben orgels volgens mij eeuwenlang een monopoliepositie weten te handhaven…

Hier in MIM staat een speciaal orgel. Een middelgroot exemplaar en zo gemaakt dat je kunt zien hoe een orgel werkt. Indrukwekkend om te zien en heerlijk om even uitgebreid naar te luisteren. De video gaat ook over de bouw van dit orgel. Interessant.



Mooi verhaal over de bouw van een Steinway
Er is ook een video over de bouw van een Steinway. Ik bekijk ‘m twee keer van a tot z. De meeste medewerkers zijn al hun hele lange leven pianobouwers. Sommigen hebben zelfs hun eigen gereedschap laten maken. En wat ook duidelijk wordt: piano’s maken is absoluut teamwerk en elke piano “...has it’s own personality!”. Dat maakt het juist extra boeiend vindt de voorman.

Die eigen persoonlijkheid heeft ook elke ‘steelpan’. Dat zie je heel goed op de video over het ‘intunen’ van dit instrument uit Trinidad en Tobago. Heerlijke geluid vind ik. Hoorde het decennia geleden voor het eerst toen ik met een vriendin op het strand van Tobago onder de palmbomen lag. Sindsdien ben ik er verliefd op.



Even tussendoor:
Bestel je instrument per post....de catalogus van 1984

Ik sta natuurlijk ook lang stil bij ‘Women in Jazz.’ ‘Zonder er een verklaring voor aan te dragen maakt de tekst bij dit onderdeel melding van het feit dat vrouwelijke vocalisten en pianisten tijdens grote delen van de vorige eeuw in de ‘jazz industry’ wel werden gesteund maar vrouwelijke instrumentalisten zoals niet. Met uitzondering van WOII: dan zijn vrouwelijke brass- en andere bands een enorm succes…

Dat brengt me op een laatste punt: de presentatie over Nederland in dit omvangrijke museum. Ik lees: ‘Wooden horns and brass instruments are important cultural icons in the Netherlands.’ …’They early Dutch feared that the sun might not return.’ Bedoeld is na de donkere winterdagen. ‘They used horns to repel the mythical wolves who chased away the sun and the moon.’ Zo leer je nog eens wat. Ik lees ook dat de midwinterhoorns tijdens WOII werden gebruikt om elkaar te waarschuwen voor Duitse patrouilles. Maar dat wist ik, als Tukker, al van mijn opa. 



Geen midwinterhoorn maar wel een blaasinstrument:
de Serpent is de grootvader van de tuba
Op het videoscherm hoor je het Nederlands Blazersensemble en een midwinterhoornopname van Erik Vogelzang die in 2011 kampioen werd. Op de foto, gemaakt in Loss Hoes bij Enschede, blaast hij op z’n instrument. Zijn dochtertje staat schuin achter hem. Er ligt een dik pak sneeuw...

zaterdag 23 april 2016

Taliesin West

Vóór ons bij de balie van de boekwinkel op Taliesin West staat een ander stel. We zien de medewerkster met twee kaartjes wapperen: “I have just two tickets left for the tour at eleven o’clock.” De man en de vrouw aarzelen en vragen hoe lang de rondleiding duurt. “Ninety minutes.” Dat blijkt niet in hun agenda te passen. Dus, YES, wij mazzelen en kunnen een kwartier later het woonhuis en het opleidingscomplex van Frank Lloyd Wright (FLW) hier in Scottsdale bij Phoenix bewonderen. Gauw even andere schoenen aan, snel een stukje van een pecanpie snoepen zodat we geen honger krijgen, en dan kennismaken met onze docent, Phill Buckler. Hij is ook een wáre liefhebber, dat merk je zodra hij z’n mond open doet...



De basis voor het Taliesinlogo
Je moet wel goed kijken..

Taliesin West is het winterverblijf van FLW en zijn derde vrouw Olgivanna . Hij is hier in 1937, min of meer op dokteradvies, naar toe getrokken. Winsconsin, waar hij en Olgivanna al eerder een opleidingsinstituut onder de naam Taliesin zijn gestart, is vooral ’s zomers een prima plek om te wonen en te werken.
Op beide verblijven wordt voortdurend gebouwd, verbouwd en geëxperimenteerd. Studenten wonen en werken samen met hun groter meester en delen de eetzaal met potentiële opdrachtgevers die vaak een tijdje in het gastenverblijf logeren. Het belang van teamwerk vind je terug in het logo van Taliesin West. Het is een gestyleerde versie van een Nativ Indian-rotstekening die FLW hier aantrof: twee handen die elkaar stevig vasthouden.


Tuinkamer van Taliesin West

De Frank Lloyd Wright School of Architecture bestaat nog steeds. Phill, de docent, vertelt dat ze tot de ‘Great Recession’ altijd een erkende bachelor én een master hebben aangeboden. Helaas zijn de fondsen geslonken en kunnen er sinds 2008 per jaar nog slechts vijfentwintig studenten ‘from all over the world’ een master volgen. Volgende week is het wintersemester afgelopen. De studenten werken dus nu aan hun eindpresentaties en daarom worden we vriendelijk doch dringend verzocht de grote Studio vooral snel, zonder te kletsen, te passeren en geen foto’s te maken.


Driehoekige fontein voor de eetzaal en het gastenverblijf

Woonhuis, kantoor, tuinkamer, Studio, eetzaal, gastenverblijf en studentenonderkomens, alle gebouwen zijn in de loop van de tijd opgetrokken uit omgevingsmaterialen, conform FLW’s opvattingen over organische architectuur. Hier zijn dat vooral ‘sunburned rocks’.


Sunburned Rocks
Bij de grote driehoekige fontein voor de eetzaal vertelt Phill: “Wright werkte samen met een Indiaan uit deze omgeving. Die had een plek gespot om water te vinden. Daarvoor moest er niet 200 of 400, maar 465 voet geboord worden. Dat was ongekend en het boorbedrijf haakte tot twee keer toe af. Maar Wright had vertrouwen in de kennis van de Indiaan en de bron geeft tot op de dag van vandaag meer dan voldoende water.”
Er zijn nog twee fonteinen op Taliesin West: een zeshoekige langs het pad tussen de Studio en de studentenhuizen en een ronde vlakbij het cabaret-theater. “Hier zie je Wright’s eerste experiment met ronde vormen. Het is in feite de basis voor het Guggenheim.”  Het eerste ontwerp daarvoor dateert van 1943. Pas dertien jaar later heeft het beroemde museum in New York zijn deuren geopend.


Ronde fontein tussen de geometrische vormen 
De rondleiding over Taliesin West, waarbij ‘Taliesin’ verwijst naar FLW’s voorouders uit Wales die bekend staan om hun talenten als verhalenvertellers, ofwel ‘Tales of a Welshman’, eindigt in het cabaret-theater. Ook weer zo’n architectonisch wonder. De ruimte is acht- in plaats van zeshoekig en onder het kleine podium zit een holle ruimte. Het geluid botst daardoor niet op de muren en versterkt zichzelf overal. Akoestisch perfect.

Na afloop sta ik nog even met de docent te praten: “Als je inderdaad zoveel mogelijk van zijn werk wilt zien, is de gids van William Allin Storrer heel handig. Het is een uitgebreide catalogus, compleet met plattegronden, adressen en coördinaten.” En omdat ik net voor een jaar donateur ben geworden, kunnen we veel van FLW’s werk gratis bezoeken en krijg ik ook nog 10% discount op het overzichtswerk. Staat er wel weer een boek bij in de toch al overvolle kast, tsja…