Zo, voor
vandaag staan er maar een paar dingen op ons ‘Explore Yellowstone’-programma.
Anders passeren we ‘de grens van ons bevattingsvermogen’, om met Steinbeck te
spreken. We hebben gekozen voor Lewis Falls, dan moeten er boodschappen worden
gedaan in Grant Village, of Fishing Bridge, en daarna gaan we alleen nog naar
Mud Volcano om de moddergeisers te bewonderen.
Lewis Falls
moet je ’s ochtends bezoeken want, hebben we eerder ontdekt, vanaf een uur of
twaalf kijk je tegen de zon in. Het is een relatief korte brede waterval, van
het type ‘Block Falls’. Maar sinds we ons een beetje hebben verdiept in de
tocht van Lewis en Clark (1804 – 1806) moeten we hier toch even stoppen.
Boodschappen
doe je natuurlijk bij voorkeur niet in Yellowstone. Reken tenminste 25% toeslag
op de normale supermarktprijzen. Maar als je besluit om na vandaag nog even een
dagje extra op de schitterende campsite aan de Snake River te blijven, dan
vragen brood en wijn om aanvulling, en hebben we ook nog ingrediënten voor het
extra diner nodig. Dat lukt allemaal uitstekend, inclusief het legen van het
toilet en de vuilwatertank, dus op naar een mooi plekkie om te lunchen en naar
Mud Volcano Area.
![]() |
Lunchen aan Yellowstone Lake |
Mud Volcano
is een vreemd, kleurloos gebied vol grijze, murmelende en zelfs grommende
moddergeisers en -heetwaterbronnen. En er zit veel zwavel in de modder, dus het
stinkt er verschrikkelijk naar rotte eieren. Die geur hadden we gister ook al
opgesnoven toen we stopten voor de bizons die op de heuvels lagen. Die heuvels
hebben de naam Cooking Hillside gekregen sinds de uitbarstingen in 1978 de
grondtemperatuur tot boven de negentig graden hebben doen stijgen. Hoe warm de
heuvels nu zijn weten we niet, maar de bizons liggen hier weer rustig tussen de
stoomwolken te genieten.
Black Dragon |
![]() |
Sizzling Basin met Sour Lake daarachter |
“Goed dat we
hier ook nog zijn geweest. Zoiets kan ik me van Nieuw Zeeland niet herinneren.
Jij?” “Nou, die geur wel natuurlijk, maar niet zoveel borrelende modder. Jammer
dat er nergens staat waarom de geisers en ‘springs’ hier juist met modder zijn
gevuld en niet met helder water. Maar ik heb ook geen zin meer om dat nu uit te
zoeken. Kom laten we naar huis gaan.” Dat doen we, maar, “als er een bizon op
de weg is, duurt het natuurlijk langer” is hier een gevleugelde uitspraak. De
caissière bij de General Store in Fishing Bridge zei het vanochtend ook nog..
Grazende bizons op Cooking Hillside |
En als je
dat dan echt mee mag maken, een bizon op de weg, doet de ‘vertraging’ er
absoluut niet toe. In tegendeel, het is een heus spektakel: een van de stieren
loopt de weg op, weer terug, loopt opnieuw de weg op zonder over te steken en
ondertussen stoppen alle automobilisten natuurlijk om foto’s te maken dan wel
te wachten tot ze hem kunnen passeren. Dit is natuurlijk wel even wat anders dan
rustig grazende bizons vanaf een afstand digitaal vast te leggen. Als de ‘Bison
Jam’ langzaam op lijkt te lossen en we verder rijden hebben we gigantisch veel
geluk: de stier gaat wéér de weg op en steekt nu echt over. Hij blijft rustig
rechts van de weg door de berm verder lopen, dus Clemens geeft weer gas.
![]() |
....bizon passeren... |
Dan
halen we hem in. Ik draai m’n raampje open en probeer niet te denken aan de
voorlichtingsfilm waarin een boze bull mensen op de hoorns neemt en waarin je
wordt gewaarschuwd om minstens vijfentwintig meter bij een afzonderlijke bizon
en honderd meter bij een kudde vandaan te blijven. De afstand tussen de camper
en deze bull is nu een meter. Ik kan het beest bijna aanraken. Voelt
gevaarlijk, maar het lukt toch om precies op tijd een foto te nemen. Alleen z’n
staart staat er niet op…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten