Zoeken in deze blog

dinsdag 31 mei 2016

Bryce en een bijzondere legende

Zo adembenemend als de golvende muren van Antilope Canyon en Wire Pass vorige week waren, zo’n feest van herkenning is Bryce Canyon. En zelfs méér, want tweeëntwintig jaar geleden zat ik vooral m’n loeidikke rechterenkel te ijsen (allergische reactie op een bug) en zag ik dit sprookjesland van duizenden kleurige pilaren en heel veel naaldbomen alleen van bovenaf.


Bryce in de herinnering
We denken twee dagen in Bryce te blijven en de weergoden zijn ons gunstig gezind.
Gister zat er veel kou en regen in de lucht. Daar past een rit langs alle vijftien uitzichtspunten met minitrails prima bij. Zelfs de winterjassen komen tevoorschijn.


Onweer en regen veranderen Bryce voortdurend
Je hebt dan wel veel meer gevoel bij de video in het Visitor Center over de invloeden van water, wind en onweer op de roze, gele en oranje kalkstenen rotsen. En ook bij het verhaal dat het hier meer dan de helft van het jaar ’s nachts flink vriest, ’s middags heel warm kan zijn waarna het gesmolten water weer bevriest en op het kalksteen inwerkt met permanente erosie als gevolg.

Gisteravond waren alle buien verdwenen, evenals de wind. Konden we van ons eerste zingende kampvuur genieten en voor de tweede keer buiten eten. 

Lekker plekkie...


...en mooi vuurtje in
een slimme kuil van het betonnen plateau
De camperplek ligt in een dennenbos aan een zijweggetje van de Hwy 12, de Tom Best Spring Road, een mijl of zes voor Bryce Canyon. Altijd leuker dan overnachten op een van de officiële campgrounds…

Vandaag zijn zon en wind terug. De eerste heel warm, de tweede lekker fris. Ideaal weer voor een afdeling van Queens Garden Trail naar de bodem van Bryce en een tocht langs de voeten van al die hoodoos, de rotspilaren. 


De 'wolkenkrabbers' van Wall Street vanuit de canyonfloor...
We parkeren op Sunset Point, wandelen met veel andere bezoekers naar beneden, genieten van de hoodoos, staan stil bij de gekste naaldbomen en stijgen na een wandeling door ‘Wall Street’ haarspeldsgewijs razendsnel van 2280 naar 2440 meter. Ja, dat is hijgen op die hoogte.


...en van bovenaf gezien
Clemens verkent na de lunch nog een deel van de Fairyland Trail. Ik loop een kilometertje op en neer naar de kampwinkel en kijk m’n ogen uit naar de Douglas dennen, de Ponderosa Pine, de Blauwe Sparren, de Rocky Mountain Jeneverbes en al die andere naaldboomvarianten. Het zijn mijn favoriete bomen, samen met de witte ‘Quaking Aspen’, de hoge witte espen die je hier ook ziet.


Liber Pine groeit bij voorkeur op de rand van een afgrond
en staat 'op stelten'.
Mijn lief is snel terug: “Het was alleen afdalen en weer omhoog. Je hebt niet echt wat gemist.” Ik heb na mijn bezoek aan de kampwinkel vooral in de krant van afgelopen weekend (NRC 28 en 29 mei / O&D 4 en 5) zitten lezen en me met Joris Luyendijk verwondert over de teloorgang van Nederland als tolerant, liberaal en open. Nu lijken we een gidsland in nationalistische rechtse richting…
Ik heb gelijk associaties met de legende over het ontstaan van Bryce. Je zou willen dat je over een aantal jaren aan je kleinkinderen het volgende verhaal zou kunnen vertellen over mensen die nu extreem rechts promoten en ‘kwaad’ willen. Het verhaal komt van een oude Paiute Indiaan, Dick, en gaat zo: ‘Before there were any Indians, the Legend People lived in this place. They where of many kinds – birds, animals, lizards and such things – but they had the power to make themselves look like people. For some reason, the Legend People were bad, so Coyote turned them all into rocks. You can see them in that place now, all turned into rocks; some things standing in rows, some holding onto others. You can see their faces with paint on them just as they were before they became rocks.’
Daarna leefden de echte mensen voort als wijze Indianen…


Geen opmerkingen:

Een reactie posten