Zoeken in deze blog

zaterdag 28 mei 2016

Oranje zandstormen, rode paddenstoelen en meer golvende muren

26 mei
Voor de zandstormen op Low Rock Beach aan Lake Powell ons weer een avond en een nacht lang gaan teisteren praten we nog even gezellig met onze buurvrouwen. Zij zijn, zoals elk voorjaar, op weg van Arizona naar Oregon waar ze de zomers doorbrengen. “Do you know the history of this Lake?” “No, we don’t.” “Zal ik je vertellen…” Volgens haar is de bouw van de Glen Canyon Dam (1956 - 1963), de op een na grootste na de Hoover Dam, een prestigeobject van een politicus geweest, Carl Hayden dacht ze. Talloze Navajo-sites zijn er door verloren gegaan en het nut van de dam is nog steeds omstreden. Eens in de zoveel jaar komt er een voorstel in het Congres om Lake Powell leeg te laten lopen. Maar dat heeft het nog nooit gehaald. En dat gaat waarschijnlijk ook niet gebeuren want Page, ooit het kamp van de dambouwers, is inmiddels een stadje dat compleet leeft van de watersport en andere toeristische attracties in de buurt. Hoewel, elke maand zakt het water drieënhalve inch en de hydro-elektriciteitscentrale werkt op halve kracht…”Er is een heel interessant boek over deze dam verschenen... Ik ben alleen de titel vergeten.” Ach, een seniorenmomentje, geen probleem. Ik bedank onze buurvrouw voor haar verhaal en denk ondertussen aan de energiecentrale van de Navajo vlak onder Page. Daar reden we eergister langs en dat is nog een klassieke kolencentrale…Maakt me wel nieuwsgierig naar de lokale politieke en sociaal-culturele verhoudingen, maar daarvoor zouden we even terug moeten naar de mooie bibliotheek waar ik woensdag berichten heb gepost, en daar heb ik nu geen zin meer in. 


Low Rock Beach aan Lake Powell
Wel gauw even een foto van Lake Powell maken want de volgende zandstorm hangt al weer in de lucht. Het oranjerode zand kleeft inmiddels aan ramen, keuken, badkamer, beddengoed, echt alles. Maar binnen word ik in elk geval niet zélf gezandstraald.


27 mei
Voor we naar ‘The Toadstools’ gaan, kijk ik nog even naar Lake Powell. En ik krijg weer hetzelfde vreemde gevoel als gister: dit soort meren zijn gewoon niet écht. Ik herken het gevoel van veel stuwmeren in Europa: niks natuurlijk, typisch man-made…
‘Toadstools’ zijn volgens mijn digitale woordenboek ‘giftige paddenstoelen’, niet eetbaar dus, zoals ‘mushrooms’. 


Deze zie je al van ver...
De paddenstoelen die we aan het einde van de ‘Toadstoolstrail’ treffen zijn inderdaad niet eetbaar, maar wel lekker gek. De hele omgeving is van wit zandsteen, de paddenstoelen zijn rood, zonder witte stippen, mét witte strepen…
Tussen de paddenstoelen ontmoeten we twee Nederlanders, uit Soest. Een van hun zoons woont onder Los Angeles en daar gaan ze af en toe langs om daarna met een gehuurde auto een week of wat rond te trekken. Ze overnachten in motels. “Weet je wat ons erg opvalt?! De prijzen zijn in vergelijking met drie jaar geleden zeker twee tot drie keer over de kop gegaan. Amerika is ontzettend duur geworden!” Ja, is ons ook opgevallen, en we vertellen wat wij de afgelopen maanden hebben gehoord. Want behalve met de wijn en de rest van de boodschappen hebben we geen eigen ervaringen met peperdure campings enzo…


Die witte met het rode hoedje linksboven: hoe bestaat het!
Vlak na de parkeerplaats van de ‘Toadstooltrail’ ligt links van de US 89 de BLM 700, en dat vraagt acht mijlen ‘gravelen’ naar ‘Stateline Campground’ op de grens van Utah en Arizona. ‘Campground wil in dit geval zeggen ‘poepdozen en picknicktafels onder een afdak.’ Geen water, geen afvalbakken. We hebben mazzel: er is nog één plek vrij!
En we hebben ook een beetje pech: er zitten hier vervelende kleine zwarte vliegjes. Lekker buiten zitten is er even niet bij.

28 mei
Gister, op het eindpunt van de ‘Toadstooltrail’ sprak Clemens twee geologen over de ‘Wire Pass Trail’ die we vandaag gaan lopen. Ik stond nog te kletsen met de dame uit Soest. Zij was pas geleden voor de tweede keer gevallen en als de dood dat het haar weer zou overkomen. Een en al herkenning natuurlijk…


"Wire Pass? Follow the wash"
De genoemde geologen lieten Clemens een foto zien van de enige barrière die ik vandaag moet nemen. “Stelt niks voor! Uw vrouw heeft op de terugweg hooguit een kontje nodig.”


Hoe kom ik daar ooit weer op?!
‘Wire Pass Trail’ blijkt een lange, lastig begaanbare variant van Lower Antilope Canyon waar we afgelopen donderdag waren. Maar, net zo bijzonder of misschien nog wel meer. Je loopt tussen hele hoge muren over een smal pad vol keien en zand. Als je wilt kun je dat twintig kilometer volhouden. Wij keren op een bijzonder punt: tussen de rotsen klemt een stapel vergane boomstammen en klinkt het krassende geluid van zwarte kraaien…”Genoeg schat! Ik moet straks ook weer omhoog over die rotsblokken.”


Oud hout klemt tussen de rotsen...

...en water siepelt er langs
Er zijn vandaag gelukkig andere wandelaars en ik krijg, behalve van Clemens, van nog een sterke man hulp om die tweeënhalve meter loodrecht omhoog te klauteren. Als dat is gelukt kan ik pas echt genieten van wat we allemaal hebben gezien en ook, later op de avond, van het kampvuur dat een buurman heeft aangestoken. Gezellig met zes volwassenen en drie klein kids wat babbelen en naar de vlammen staren…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten