Zo
adembenemend als de golvende muren van Antilope Canyon en Wire Pass vorige
week waren, zo’n feest van herkenning is Bryce Canyon. En zelfs méér, want
tweeëntwintig jaar geleden zat ik vooral m’n loeidikke rechterenkel te ijsen
(allergische reactie op een bug) en zag ik dit sprookjesland van duizenden
kleurige pilaren en heel veel naaldbomen alleen van bovenaf.
Bryce in de herinnering |
We denken
twee dagen in Bryce te blijven en de weergoden zijn ons gunstig gezind.
Gister zat
er veel kou en regen in de lucht. Daar past een rit langs alle vijftien
uitzichtspunten met minitrails prima bij. Zelfs de winterjassen komen
tevoorschijn.
Onweer en regen veranderen Bryce voortdurend |
Je hebt dan wel veel meer gevoel bij de video in het Visitor
Center over de invloeden van water, wind en onweer op de roze, gele en oranje
kalkstenen rotsen. En ook bij het verhaal dat het hier meer dan de helft van
het jaar ’s nachts flink vriest, ’s middags heel warm kan zijn waarna het
gesmolten water weer bevriest en op het kalksteen inwerkt met permanente erosie
als gevolg.
Gisteravond
waren alle buien verdwenen, evenals de wind. Konden we van ons eerste zingende kampvuur
genieten en voor de tweede keer buiten eten.
Lekker plekkie... |
...en mooi vuurtje in een slimme kuil van het betonnen plateau |
De camperplek ligt in een
dennenbos aan een zijweggetje van de Hwy 12, de Tom Best Spring Road, een mijl
of zes voor Bryce Canyon. Altijd leuker dan overnachten op een van de officiële
campgrounds…
Vandaag zijn
zon en wind terug. De eerste heel warm, de tweede lekker fris. Ideaal weer voor
een afdeling van Queens Garden Trail naar de bodem van Bryce en een tocht langs
de voeten van al die hoodoos, de rotspilaren.
De 'wolkenkrabbers' van Wall Street vanuit de canyonfloor... |
We parkeren op Sunset Point,
wandelen met veel andere bezoekers naar beneden, genieten van de hoodoos, staan
stil bij de gekste naaldbomen en stijgen na een wandeling door ‘Wall Street’ haarspeldsgewijs
razendsnel van 2280 naar 2440 meter. Ja, dat is hijgen op die hoogte.
...en van bovenaf gezien |
Clemens verkent na de lunch nog een deel van de Fairyland Trail. Ik loop een
kilometertje op en neer naar de kampwinkel en kijk m’n ogen uit naar de Douglas
dennen, de Ponderosa Pine, de Blauwe Sparren, de Rocky Mountain Jeneverbes en
al die andere naaldboomvarianten. Het zijn mijn favoriete bomen, samen met de
witte ‘Quaking Aspen’, de hoge witte espen die je hier ook ziet.
Liber Pine groeit bij voorkeur op de rand van een afgrond en staat 'op stelten'. |
Mijn lief is
snel terug: “Het was alleen afdalen en weer omhoog. Je hebt niet echt wat
gemist.” Ik heb na mijn bezoek aan de kampwinkel vooral in de krant van
afgelopen weekend (NRC 28 en 29 mei / O&D 4 en 5) zitten lezen en me met Joris
Luyendijk verwondert over de teloorgang van Nederland als tolerant, liberaal en
open. Nu lijken we een gidsland in nationalistische rechtse richting…
Ik heb
gelijk associaties met de legende over het ontstaan van Bryce. Je zou willen
dat je over een aantal jaren aan je kleinkinderen het volgende verhaal zou
kunnen vertellen over mensen die nu extreem rechts promoten en ‘kwaad’ willen. Het
verhaal komt van een oude Paiute Indiaan, Dick, en gaat zo: ‘Before
there were any Indians, the Legend People lived in this place. They where of
many kinds – birds, animals, lizards and such things – but they had the power to
make themselves look like people. For some reason, the Legend People were bad,
so Coyote turned them all into rocks. You can see them in that place now, all
turned into rocks; some things standing in rows, some holding onto others. You
can see their faces with paint on them just as they were before they became
rocks.’
Daarna
leefden de echte mensen voort als wijze Indianen…