Een van onze
‘richtingaanwijzers’ zijn plaatsen waar grote auteurs hebben gewoond en
gewerkt.
Als
bewonderaar van William Faulkner wil ik dus graag naar Rowan Oak, even buiten
Oxford (Mississippi). Oxford zelf schijnt ook de moeite waard te zijn, dus we
trekken er een dag voor uit.
Hier is het.... |
Rowan Oak is
niet makkelijk te vinden, maar omdat we gisteren na eindeloos dwalen over de
campus van ‘Ole Miss’ door een attente medewerker naar het juiste adres zijn
gegidst om ter plekke te constateren dat het huis alleen in juni en juli op
maandag toegankelijk is, rijden we er vandaag zonder omwegen naar toe. ‘Ole
Miss’ is overigens de roepnaam voor de Universiteit van Mississippi…
De oprijlaan met Cedar Trees |
Heel veel beroemde
romans van Faulkner spelen hier in Oxford en omgeving, en gaan over ‘de tragiek
van het Diepe Zuiden’. Hij noemt het stadje Jefferson en de staat Yoknapatawpha
County.
In de gang
van Rowan Oak hangen een paar kaarten van dit fictieve stadje, inclusief omgeving,
waarop Faulkner heeft aangegeven welke scenes waar spelen. Intrigerend. Iets
verder luisteren we naar zijn dankwoord als hij, in 1949, de Nobelprijs voor de
Literatuur heeft gekregen. Er staat ook een vitrine met zijn favoriete
whiskymerk: Four Roses. Daar hangt een tekst bij: ‘My own experience has been
that the tools I need for my trade are paper, tobacco, food and a little
whiskey.’…
De tuin. Onder het balkon zat Faulkner graag te werken... |
Het huis
ziet er verder uit zoals je je elk huis van welgestelde mensen voorstelt: ruime
kamers met veel openslaande deuren naar de tuinen, en overal hoge plafonds.
Hoewel, als ik William Griffith, de conservator, op de bovenverdieping vraag
naar de badkamers en hij ze voor mij van het slot haalt, blijken die erg klein…
“Do you keep
translations in the library?” Ik ben daar wel benieuwd naar. William gaat me
voor naar beneden, leidt me via een omweg de bibliotheek in en haalt de
perspexplaten voor de lage boekenkast met vertalingen weg. Hij wijst: “Those
yellow ones. I think they are Dutch.” Clemens staat al in deuropening op de
officiële bezoekersplek. Ik zak door m’n knieën en zie twee exemplaren van ‘As
I Lay Dying’ getiteld ‘Uitvaart in Mississippi’ uit 1955. Bij latere
vertalingen heet dit boek ‘Terwijl ik al heenging’, maar dat weet ik niet
zeker. De conservator pakt nog andere boeken. “Do you recognize the
language?” We herkennen een fraaie Deense
en een Joegoslavische uitgave van ‘Light in August’. Ik vertel dat dit boek en
‘Absalom, Absalom’ recent weer in het Nederlands zijn vertaald en ook heel
goed. Kent hij toevallig Bartho Kriek? Nee, die is hier blijkbaar niet geweest.
Ik beloof prompt zijn recente vertalingen op te sturen als we weer terug zijn. Ik
krijg z’n kaartje en dat ga ik vanzelfsprekend ook doen, maar mijn spontane aanbod
is natuurlijk vooral ingegeven door m’n gevoel op een heel bijzondere plek te
zijn…
En dan
Oxford zelf. We parkeren even buiten het centrum en lopen naar de oude kern, de
Square. Een vierkant plein rondom een oude rechtbank met smalle diepe panden
die aan Amsterdam doen denken…
“Eindelijk
weer eens lekker gewinkeld!” roepen we na afloop tegen elkaar. Ik heb me dan
uitgebreid vermaakt in twee boekwinkels en mezelf op vier boeken getrakteerd,
waaronder een mooie gebonden uitgave van Faulkner’s ‘Selected Stories’.
Clemens
is een hoedenwinkel ingedoken en heeft daarna, bij een herenmodezaak, het
Patagoniawinterjack gevonden waar hij al weken naar op zoek is.
Op de bank met Faulkner |
We lopen samen verder
langs het plein en zien zowaar William Faulkner voor het stadhuis op een bankje
een pijp roken! Ik ga natuurlijk even naast ‘m zitten met mijn tasje vol
boeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten