Zoeken in deze blog

dinsdag 16 februari 2016

Verder kennismaken met Faulkner

Een van onze ‘richtingaanwijzers’ zijn plaatsen waar grote auteurs hebben gewoond en gewerkt.
Als bewonderaar van William Faulkner wil ik dus graag naar Rowan Oak, even buiten Oxford (Mississippi). Oxford zelf schijnt ook de moeite waard te zijn, dus we trekken er een dag voor uit.


Hier is het....
Rowan Oak is niet makkelijk te vinden, maar omdat we gisteren na eindeloos dwalen over de campus van ‘Ole Miss’ door een attente medewerker naar het juiste adres zijn gegidst om ter plekke te constateren dat het huis alleen in juni en juli op maandag toegankelijk is, rijden we er vandaag zonder omwegen naar toe. ‘Ole Miss’ is overigens de roepnaam voor de Universiteit van Mississippi…


De oprijlaan met Cedar Trees
Heel veel beroemde romans van Faulkner spelen hier in Oxford en omgeving, en gaan over ‘de tragiek van het Diepe Zuiden’. Hij noemt het stadje Jefferson en de staat Yoknapatawpha County.
In de gang van Rowan Oak hangen een paar kaarten van dit fictieve stadje, inclusief omgeving, waarop Faulkner heeft aangegeven welke scenes waar spelen. Intrigerend. Iets verder luisteren we naar zijn dankwoord als hij, in 1949, de Nobelprijs voor de Literatuur heeft gekregen. Er staat ook een vitrine met zijn favoriete whiskymerk: Four Roses. Daar hangt een tekst bij: ‘My own experience has been that the tools I need for my trade are paper, tobacco, food and a little whiskey.’…


De tuin.
Onder het balkon zat Faulkner graag te werken...
Het huis ziet er verder uit zoals je je elk huis van welgestelde mensen voorstelt: ruime kamers met veel openslaande deuren naar de tuinen, en overal hoge plafonds. Hoewel, als ik William Griffith, de conservator, op de bovenverdieping vraag naar de badkamers en hij ze voor mij van het slot haalt, blijken die erg klein…

“Do you keep translations in the library?” Ik ben daar wel benieuwd naar. William gaat me voor naar beneden, leidt me via een omweg de bibliotheek in en haalt de perspexplaten voor de lage boekenkast met vertalingen weg. Hij wijst: “Those yellow ones. I think they are Dutch.” Clemens staat al in deuropening op de officiële bezoekersplek. Ik zak door m’n knieën en zie twee exemplaren van ‘As I Lay Dying’ getiteld ‘Uitvaart in Mississippi’ uit 1955. Bij latere vertalingen heet dit boek ‘Terwijl ik al heenging’, maar dat weet ik niet zeker. De conservator pakt nog andere boeken. “Do you recognize the language?” We herkennen een fraaie Deense en een Joegoslavische uitgave van ‘Light in August’. Ik vertel dat dit boek en ‘Absalom, Absalom’ recent weer in het Nederlands zijn vertaald en ook heel goed. Kent hij toevallig Bartho Kriek? Nee, die is hier blijkbaar niet geweest. Ik beloof prompt zijn recente vertalingen op te sturen als we weer terug zijn. Ik krijg z’n kaartje en dat ga ik vanzelfsprekend ook doen, maar mijn spontane aanbod is natuurlijk vooral ingegeven door m’n gevoel op een heel bijzondere plek te zijn…

En dan Oxford zelf. We parkeren even buiten het centrum en lopen naar de oude kern, de Square. Een vierkant plein rondom een oude rechtbank met smalle diepe panden die aan Amsterdam doen denken…
“Eindelijk weer eens lekker gewinkeld!” roepen we na afloop tegen elkaar. Ik heb me dan uitgebreid vermaakt in twee boekwinkels en mezelf op vier boeken getrakteerd, waaronder een mooie gebonden uitgave van Faulkner’s ‘Selected Stories’. 
Clemens is een hoedenwinkel ingedoken en heeft daarna, bij een herenmodezaak, het Patagoniawinterjack gevonden waar hij al weken naar op zoek is. 


Op de bank met Faulkner
We lopen samen verder langs het plein en zien zowaar William Faulkner voor het stadhuis op een bankje een pijp roken! Ik ga natuurlijk even naast ‘m zitten met mijn tasje vol boeken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten