Ik ben
altijd van keurig stoppen voor aankomend rood, maar nu moedig ik Clemens zelfs
aan om dóór te rijden. Anders halen we de ‘walking tour’ over de ‘Origins of
Jazz’ niet. Het rode licht dat zijn in dit geval twee knipperlichten. Ze
markeren een van de vele spoorwegovergangen die we deze dagen eindeloos kruisen.
De locomotief komt nu van rechts en fluit voor de derde keer een lange donkere
bas. Maar gezien de snelheid kunnen we wel door... Clemens ziet in z’n spiegel
nog zeker vijf auto’s ook de rails oversteken.
Er is nog een plekkie op de parkeerplaats aan de haven en twee minuten voor elf stappen we het Visitor’s Center van het New Orleans Jazz National Historic Park binnen: gelukt!
Er is nog een plekkie op de parkeerplaats aan de haven en twee minuten voor elf stappen we het Visitor’s Center van het New Orleans Jazz National Historic Park binnen: gelukt!
Een deel van ons gezelschap... |
De naam van
de vrouw die ons verhaalt over de geschiedenis van de jazz is ons ontschoten. Maar
wát ze, op verschillende plekken in het French Quarter, vertelt is buitengewoon
boeiend en voor een heel groot deel ook nieuw. Zo heb ik nooit geweten dat het eerste
operahuis hier in Nola al van 1796 dateert en dat iedereen daar naar toe ging:
blanke en zwarte migranten uit Frankrijk en de Franse koloniën, slaven en niet
te vergeten de creolen. Dat zijn alle mensen die in New Orleans zijn geboren,
Frans spreken en katholiek zijn. En dat is op de duur het overgrote deel van de
bevolking. Muziek is hier in Nola vanouds net zo belangrijk als lekker eten,
drinken en vrijen.
Symbool voor de opera in Louis Armstrong Park |
Een andere
‘bron’ van de jazz is de muziek die slaven elke zondag met elkaar maakten op
‘Congo Square’ een plein dat nu deel uitmaakt van het Louis Armstrong Park, net
als de huidige opera. Slaven in Nola zijn altijd op zondag vrij geweest, zo
horen we. En omdat de meesten uit Congo kwamen heet het plein ‘Congo Square’.
Met de komst van protestanten uit het noorden neemt de bewegingsvrijheid van de
slaven wel zienderogen af…
Een andere
traditie die de jazz sterk heeft beïnvloed bestaat nog steeds: lange ‘brass
bands’ die door de straten marcheren. Bij begrafenissen, huwelijken en andere
memorabele momenten gaat de drumband voorop en als de officiële plechtigheid
voorbij is sluiten buurtbewoners en voorbijgangers zich aan in de ‘second line’
om nog uren te zingen, te dansen en muziek te maken. Er zijn zelfs bureaus die
bijhouden waar een ‘second line’ plaats gaat vinden.
Bass Band in Louis Armstrong Park |
Onze gids
loopt naar een rustig plekje in het French Quarter en steekt haar ronde mobiele
muziekboxje weer omhoog. “Listen to this!” We horen…ja, gospel, of toch blues?
Kan allebei want de muziek is bijna hetzelfde. Alleen zijn de blues al werkend
op het land ontstaan en hebben gospels een sacrale functie.
“Please follow
me!” De laatste stop is vlak bij de haven. De vraag is wat matrozen willen.
“Yes, booze, entertainment and sex.” En aangezien er altijd veel matrozen in
Nola zijn, zat het centrum ook “tsjokfull” bordelen, zei het tegenwoordig
geconcentreerd in de wijk Storyville. In elk bordeel speelde een pianist:
“Listen…” “You must know…!” “Ragtime indeed.” Maar ragtime is bladmuziek, dus
hoe zouden al die pianisten in al die bordelen met hun deuren uitnodigend open
zich kunnen onderscheiden? Precies, door te improviseren. Tel daarbij het
syncopating, een tel voor de beat uit spelen, dat de brass bands vanuit de
Carribische muziek introduceerden en we hebben alle ‘roots’ van de jazz langs
horen komen. En die klassieke jazz kunnen we elke avond volop beluisteren in de
clubs hier in de buurt.
Ik heb nog
één vraag: “Waar moeten we zijn om overdag muziek te horen?” Onze gids wijst op
m’n plattegrond: “Royal Street.” Heel erg bedankt en we hebben genoten!
De geplande
lunch bij Lill Dizzy Café op de hoek van N. Robertson en Esplanada Avenue aan
de rand van Tremé, de wijk ‘achter’ French Quarter vanaf de haven gezien, laten
we zitten. M’n darmen zijn nog van slag en Clemens eet een broodje uit de
voorraadkast. Daarna wandelen we door naar het Louis Armstrong Park in Tremé, maar
daar is het reuze stil.
Terug slenteren door Royal Street levert helaas ook maar een paar gezellige ontmoetingen met straatmuzikanten op. “Nog even naar de Beeldentuin bij het NOMA?” “Ja, goed idee.”
Leandro Erlich: Too Late for Help, 2006 |
Die wandeling door de ‘Sydney and Walda Besthoff
Sculpture Garden levert gelukkig een hele serie fraaie ontdekkingen op,
waaronder een beeld van drie mensen zittend op vier banken.
Buiten het park, naast onze camper, zit een man op een bankje in de late
middagzon doodstil een boek te lezen. “Lijkt wel een standbeeld. Kijken of-ie beweegt…?"
We rijden op
ons gemak weer naar het St. Bernard State Park en staan onderweg relaxed te
wachten tot een lange goederentrein ruimte maakt voor het autoverkeer.
Even peinzen voor het spoor... |
Clemens
vraagt zich hardop af: “Zou jij een maand huizenruil willen doen met mensen in
Nola?” We zeggen volmondig “Ja.” En ik denk gelijk: eind april tijdens het New
Orleans Jazz Festival is dan de beste tijd.. elke avond een concert of optreden, gaan we ook dineren op
zo’n grote Mississippirivierboot met een echte Jazzband en weer naar die
beeldentuin en naar het NOMA en…, ja, af en toe zitten en een boek lezen. Want
daar komen we gewoon maar niet aan toe J.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten