Een week of
wat geleden gingen we voor onze ‘zondagse boswandeling’ naar Pebble Hill, een
plantage in Thomasville, Alabama. Pebble Hill bleek echter vooral een plek om paard
te rijden en te jagen. Er zat geen ‘echte’ plantagegeschiedenis in het verleden
van dat landgoed. “Wacht maar tot je in Louisiana bent!” kregen we vaak te
horen als we zeiden meer over het leven en werken van slaven op plantages te
willen weten.
Vandaag zíjn
we in Louisiana, sinds het middaguur. Plan is het stadje St. Francisville te
bekijken, onder andere beroemd vanwege de grootste katoenplantage ‘Rosedown
Plantation’. De laatste bewoner, Nina Bowan, achterkleinkind van katoenbaron Daniel
Turnbull en zijn vrouw Martha Burrow die hier in 1834 zijn gaan bouwen op het
land van haar ouders, overleed in 1955. Een rijke dochter van een Texaanse
oliebaron, Catharina Fondren Underwood, heeft huis en landgoed een jaar later
gekocht en daarna voor miljoenen laten restaureren.
Eikenlaan uit 1834 |
Alleen al de
toegangsweg naar Rosedown is indrukwekkend. Je rijdt langs de grote tuinen die
Martha Turnbull als amateurhovenier (hopelijk een goeie vertaling van horticulturalist)
met haar slaven heeft aangelegd en passeert op weg naar parkeerplaats de lange eikenlaan
die al vijf jaar voor de bouw van het huis is aangelegd. Die bomen staan daar dus
al dik honderdvijfentachtig jaar om de oorspronkelijke oprijlaan koel te houden,
een monument op zich.
Links kijk
je uit over graslanden. Hier hebben dus, achter een smalle strook myrthe- en
fruitbomen, katoenplanten gestaan. In totaal mogen we denken aan 1416 hectare.
Het huis zelf is alles bij elkaar 740 m2.
Rosedown Plantation |
Polly heeft haar presentatie goed ingestudeerd en die
is best interessant. Alleen de afsluiting na een verhaal over een rijk gevulde
kamer: “Any questions?!” spreek ze zo streng uit dat geen van ons ook maar één
lastige vraag durft te stellen. En wat lastig is voel je gezien haar uitstraling
feilloos aan…grappig.
Damestoilet in de tuin |
Polly laat ons de wenteltrap gezien met de hoge treden naar de zolderverdieping
waarlangs de huisslaven in het stikkedonker hun bedden konden bereiken, maar op
de vraag waar dat grote paneel voor dient dat boven de lange eettafel hangt
zegt ze alleen kortaf: “Airco”. We kijken naar de katrollen, zien dat de touwen
via nog wat ogen in het plafond op een kikker aan de muur vastzitten en
realiseren ons dat slaven dit paneel de hele tijd moest laten zakken en
optrekken om het gezelschap van een beetje koele lucht te voorzien. Polly heeft
ons dan net verteld dat de dames en heren gewend waren ’s middags van twee tot
vijf te dineren…!
Airco.... |
Na afloop
van de Polly’s rondleiding zwerven we uitgebreid door de schitterende tuinen
van Rosedown Plantation, rijden we nog even door het ‘historic district’ van
St. Francisville, drinken een diet coke bij Café Magnolia, snuffelen even aan
de oever van de Mississippi bij deze voormalige havenstad, stoppen op de
terugweg voor een snel bezoek aan een Methodistenkerk, bekijken de geschiedenis
van het stadje in het West Feliciana Historical Society Museum en vinden
onderdak voor de nacht op de parkeerplaats van ‘The Bluffs Golf Course.’ Mét
Wifi!
Gezellig café in St. Francisville |
Als ik 's avonds met een wijntje deze blog zit te schrijven vraag ik me opeens af wat
de link is tussen Rosedown Plantation en Catharina Fondren Underwood, de dame
die acht jaar lang de restauratie heeft betaald en begeleid. Het antwoord vind
ik op Wiki: Catharina was, net als Martha, een hartstochtelijk hovenierster!
En als ik daarna
bedenk of we nu écht veel wijzer zijn geworden over het leven van de slaven op
deze en andere plantages, nee dat is niet het geval. Ik kan misschien beter
‘Beloved’ van Tony Morrison nog eens herlezen, ook al speelt dit echt gebeurde
verhaal (1857) veel noordelijker op de grens van Kentucky en het vrije Ohio…
Veel camelia's i de tuin van Rosedown Plantation |
Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Rosedown_Plantation
Geen opmerkingen:
Een reactie posten