Zoeken in deze blog

zondag 10 januari 2016

Wildlife I

Zaterdag 9 januari  Aankomen op Burns Lake

We zijn lekker vroeg, het is pas half vier en er zijn nog een paar plekken open.
“Ik ga hier vanavond niet buiten koken. De camgroundhost, Jim, staat ook nu al z’n deerburgers klaar te maken.” Dat snap ik. Het is hier, op Burns Lake in het noordwesten van de Everglades, na zonsondergang aardedonker en bovendien: “Nee, stel je voor. Ben je lekker groenten aan het roosteren, voel je een tikje op je schouder, kijk je om, staat daar moederbeer met een vragende blik in haar ogen…”
Die kans is best groot want er zit hier volgens Jim een zwarte beer met twee jongen, en in het meertje een alligator, ook met twee jongen. En je moet oppassen voor vogels die van rubber houden. Ze pikken de slang van je Weber (=bbq) lek of genieten van de strips langs je autoramen.
Ik ben de naam van de vogels vergeten, maar we kennen die rubbersnoepers nog van onze vorige lange reis door Nieuw-Zeeland…


Het grote jeuken is begonnen

In de loop van de avond spot Clemens twee vuurvliegjes die om de camper dansen en kijken we naar bliksemschichten aan de noorderhorizon. Boven ons hoofd een prachtige sterrenhemel.
Midden in de nacht arriveert het onweer op onze campground en wiebelt de camper van de harde wind. Gelukkig hoeven we er niet uit, want alle ramen zijn al dicht vanwege die éne grote beer en de vele minuscule muggen.

 

Burns Lake



Zondag 10 januari Burns Lake en tochten door Big Cypress National Preserve

De regen stopt pas tegen een uur of twaalf. De wachttijd is, vanzelfsprekend, voor een boek. Eergister in begonnen en nu lekker lang lezen in ‘Een keukenmeidenroman’, het boek van Kathryn Stockett dat ik zelf zeker al tien keer met succes cadeau heb gedaan en nu, hier in de US, dus écht gelezen gaat worden...

“Ja?!!” hoor ik op een gegeven moment. Met moeite leg ik het boek weg en ga mee op de zondagmiddagrondrit door Big Cypress National Preserve. Ik noem de complete voet van Florida steeds de Everglades. In feite is dat slechts de naam van het meest zuidwestelijke gebied. Nu zitten we in het middelste deel, Big Cypress.


Mooi huis in de wildernis..

En wat gaan we zien? Binnen honderd meter steekt een hert de weg over. Haar jong durft niet. We staan te dichtbij. Na een minuut springt het moederhert terug. Samen wachten ze net zo lang tot wij verder rijden. Daarna wijzen we elkaar allerlei soorten mooie en gekke vogels aan, bewonderen prachtige vergezichten, verbazen ons over een schoolbusstopbord midden in de wildernis en bezoeken het Kirby Storter Roadside Park. Voor mij is dat de grootste verrassing vandaag: binnen een minuut beland je opeens in een schitterend landschap, een waterrijke groene oase vol cypressen en varens. En, oh ja, we hebben ook alligators gespot!


Kale Cypressen

 

....en een groene oase



Als we eind van de middag weer bij Burns Lake zijn, hebben we drie soorten beesten van de gele waarschuwingsborden vandaag niet gezien. Zou toch leuk zijn als er op het lange zandpad van de US 41 naar onze campground opeens een beer overstak met haar kleintjes aan d’r linkerarm, een panter op haar rug en een schildpad onder haar andere arm J.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten