Zoeken in deze blog

zaterdag 30 januari 2016

Heel even roddelen en meer ...

Of nee, toch niet….Ik wilde eerst heel uitgebreid roddelen over de camperaar bij wie we van donderdag op vrijdag hebben gestaan en over de bewaakster van het RV-park waar we de nacht daarop terechtkwamen. In beide gevallen hadden we andere plekken op het oog, maar dat lukt niet altijd.

Zal me echter beperken tot de eerste kennismaking. Bij de gastheer-camperaar waren dat rode handgeschreven letters op witte borden naast het toegangshek: ‘Stay in your car!!!’ en ‘Watch the dogs!!!’ En toen de eigenaar tevoorschijn kwam had ik gelijk een alarmerende gevoel: ‘Kijk uit! Opdringerig type. Kent geen grenzen!’ Bleek de volgende ochtend inderdaad te kloppen.
En dan lopen we voor het vertrek ook nog eens hondenpoep naar binnen zonder dat onmiddellijk in de gaten te hebben. Sh…



Bedolven onder de dennennaalden...
De volgende overnachting op het RV-parkwas de eerste indruk gekoppeld aan het vastpakken van de hordeur: zo vies en kleverig, brrr. En ik weet nu ook hoe een plakkerig interieur er uit ziet. Kan het alleen niet beschrijven…
Tot zover de roddel. Ik noem natuurlijk geen namen.

Doodmoe van al het geblaf de hele nacht rijden we vrijdagochtend naar Chrystal River. Het idee is een fietstocht, maar op advies van de ranger gaan we naar een archeologische site. Daar vinden we terpen waar Indianen uit de verre omgeving, tot Ohio toe, van 1000 voor tot 1000 na Christus rituelen organiseerden voor hun gestorven familieleden om ze hier vervolgens te begraven. Ik ben onder de indruk van alle stenen gebruiksvoorwerpen die de doden meekregen: pijlen, drilboren, priemen, messen, beitels en zelfs pijpenkoppen. 

Christel River...uitkijkpost bij aanmeerplek
Als we het terrein hebben verkend, inclusief de plek waar de lijkstoeten aanmeerden, staan er bij de camper twee mensen die ons per sé willen spreken. Ze heten Fran en Theresa, hebben al wachtend ‘La Strada’ al gegoogled en moéten gewoon alles weten over deze slim vormgegeven compacte camper. “We’re sailors, so we know how to live with limited space. And now we’re retired, we want to see more of our country.” Natuurlijk willen ze ook binnen kijken. Dus ik geef ze allebei een wasknijper tegen de stank van de hondenpoep…maar helaas, die heb ik niet onder handbereik, dus het blijft bij typisch vrouwelijke uitgebreide verontschuldigingen…
Fran en Theresa komen uit Boston en we zijn van harte welkom als we daar in de buurt zijn. Mooi meegenomen, een adres in die stad bij twee gelijkgezinden!

Zaterdag staan we weer niet al te fris op: gewoon slecht geslapen. Dat is niet erg want we hebben geen bijzondere plannen, behalve een aantal kilometers maken richting de grens van Florida en Georgia voor een bezoek aan een bijzondere plantage de dag daarop. Rijdend over de US 19 komen we langs ‘Forest Capital Museum State Park.’  “Even stoppen. Oké?” “Prima.”
We eten onze boterhammetjes als twee kleuters gezeten op het hek en stappen dan het museum binnen. Daar worden we verwelkomd door een sprekende boom. Goed gedaan. 


Sprekende boom
In dit museum verder geen video’s, alleen heel veel informatiepanelen over bosbouw, over de bijna zestig verschillende houtsoorten van Florida, over alle beesten en beestjes die in en van de bossen leven en de kevers die het bomenleven verzieken. ‘Sex Life of the Pine Tree’ kopt het paneel over de vraag hoe naaldbomen zich voortplanten. Wanneer je dan leest hoe essentieel de dennenappels daarbij zijn, ga je die dingen echt nóóit meer verzamelen om een lekker vuurtje mee op te stoken.


Dé manier om je even heel klein te voelen...

Terwijl die gewetensvolle gedachte nog door ons hoofd dwaalt, lopen wij het buitenmuseum in. Daar vinden we weer een houten huis van de eerste generatie blanken die zich hier hebben gevestigd. Dit crackerhuis, compleet met waterput, voorraadschuren, een ruimte om hammen te roken en een kippenren dateert uit 1864. 


Slimme omheining...

De eindbestemming van zaterdag, een boerderij bij Monticello, blijkt ook een houten huis te zijn.
En héél erg mooi…



donderdag 28 januari 2016

Ellie Schiller Homosassa Springs Wildlife State Park

Clemens is wild van manatees, zeekoeien. In het Ellie schiller Park bij Homosassa Springs zou het eindelijk moeten lukken om ze goed te zien, want het is een revalidatiecentrum voor gewonde en verweesde West Indische manatees. Dacht even dat Ellie Schiller het Amerikaanse equivalent was van Lenie ’t Hart en haar zeehondenopvang, maar deze Ellie, bioloog van huis uit, heeft honderden onderwijs- en milieuprojecten geïnitieerd en gefinancierd met onder andere het vermogen van haar vader. 
De opvang van manatees in Homosassa Springs is een van die vele projecten. Ik wil graag meer over haar weten, maar dat blijkt
erg lastig. Ze is 65 als ze in 2009 overlijdt. De kop in de Tampa Bay Times met een summier artikel over haar luidt: ‘Ellie Schiller, a quiet environmentalist-philanthropist’.

In het Ellie Schiller Homosassa Springs Wildlife State Park wonen niet alleen manatees, maar ook uilen, valken, flamingo’s, lepelaars, pelikanen, kraanvogels, ibissen, reigers, herten, eenden, bobcats, een panter en een nijlpaard. Die laatste heet Lu, afkorting van Lucifer. Hij is nu 56. Lu heeft in zijn jonge jaren onder andere meegewerkt aan een commercial voor autobanden van Union Carbide. De banden bleven heel terwijl hij er mee stoeide. Als een nijlpaard je band niet kapot krijgt dan moet-ie wel erg duurzaam zijn, toch?


Lucifer, honorary citizen
Lu is het enige nog levende dier uit de stal van ‘Ivan Tors Animal Actors’. De van oorsprong Hongaarse Tors trainde dieren voor tv-shows en in films. Als ze niet hoefden op te treden, verbleven ze hier in Homosassa Springs. Tors heeft zijn bedrijf in 1978 opgedoekt…
Maar Lu leeft nog en is ‘an honorary citizen of the State of Florida’ zo lezen we op het bordje bij zijn vijver. Jammer dat we Elllie Schiller niet meer kunnen vragen naar haar visie op ‘Animal Actors’ en deze eretitel...

We lopen van Lu’s vijver door naar een soort bovengronds intensive care basin waarin één manatee rondzwemt. Aan de zijkant zit een groot kijkvenster. Nu zien we zo’n zeekoe voor het eerst van heel dichtbij. Het is een enorm beest, misschien wel vier meter en er is duidelijk iets aan de hand met haar (?) linker vin. 


Gewonde manatee

Even verder, in de rivier zwemmen heel veel manatees in het heldere water. Mooi, maar lastig te fotograferen want je ziet eigenlijk alleen de donkere contouren.

Manatees fotograferen is lastig 

Langzamerhand krijg ik ook een beetje gevoel bij deze onooglijke, slome manatees en begin ik Clemens enthousiasme te begrijpen. De klik is er pas écht als ik lees dat manatees van warm water houden en weg willen als de watertemperatuur beneden de 22˚C zakt. Ze kunnen ook niet tegen koude wind. O ja! Zo herkenbaar!


Zouden deze dames het nooit koud hebben?

woensdag 27 januari 2016

Frank Lloyd Wright in Lakeland

Hoe beschrijf je het intense plezier dat je ontleent aan huizen en gebouwen die zó passen in hun omgeving, waar binnen en buiten vloeiend in elkaar overgaan, die ook zo móói zijn en waar een ongelooflijk zuiver oog voor details uit spreekt?! Ik weet het niet, echt niet. Ik weet wel dat ik erg heb genoten van een lange wandeling over het terrein van Florida Southern College in Lakeland, de eerste werken van architect Frank Lloyd Wright (FLW) die ik op deze reis in het echt mag bewonderen. En dat in de regen nota bene, met grijze luchten die loodzwaar boven de campus hangen.
 

Bezoekerscentrum Florida Southern College
FLW ontvangt op z’n zeventigste een telegram van de toenmalige president van Florida Southern College, Dr. Ludd Spivey. Deze man wil een campus die compleet anders is dan ’the ivy-laden halls of European colleges’. Het is dan 1938 en Spivey heeft geen cent, maar wel een droom en hij is er van overtuigd dat alleen FWL die kan realiseren. FLW loopt drie dragen tussen de sinaasappelbomen en de magnolia’s, laat Lake Hollingworth aan de rand van het complex op zich inwerken, het zand van de oevers door z’n vingers sijpelen en zegt ‘”Ja.”  Hij zal alles bij elkaar twintig jaar mee bezig zijn om de campus compleet volgens zijn filosofie van de organische architectuur vorm te geven.


Esplanades
Ik geniet van alle moois op de campus en ben vooral onder de indruk van de Esplanades, de overdekte paden die alle faculteiten met elkaar verbinden. Ze beschermen tegen zon en regen, en ze doen denken aan de gangen langs kloostertuinen. Ik kan me voorstellen dat je al lopend mijmert over de intrigerende colleges die je net hebt gehad of zo gaat krijgen…

De Esplanades lopen niet alleen tussen de verschillende gebouwen, ze lopen er ook langs. Door de  glazen wanden kijk je pal op de bureaus van docenten en in de volle collegeruimtes. Ik zie een projectiescherm met: ‘The Essentials of Socialism’ en een stuk verder eentje met ‘Ethical Considerations’. Opeens heb ik verschrikkelijke heimwee naar m’n werk met studenten…


Zijmuur van een collegezaal

Misschien ben ik daarom ook wel het allermeest onder de indruk van Frank Lloyd Wright’s ‘fountain of knowledge’, een ronde vijver, achtenveertig meter in doorsnee, met sproeiers die maximaal een koepel kunnen vormen van bijna veertien meter hoog. Wijsheid als bron van kennis. 


Fountain of knowledge onder de grijze lucht
Op het Starbucksterras bij de bibliotheek luisteren we samen naar de verhalen van het water in de fontein… 

 

Luisteren naar het water....


Quote van FLW: “The thing that is lost to us most completely now, 
I think, is the capacity to draw a line between what is merely curious and what is really beautiful.” (1951)

dinsdag 26 januari 2016

Bezoek aan de Fruitland Parkgarage, een onbekend slagveld en een bekende golfbaan

De kennismaking op maandagochtend met monteur Kid, de favoriete monteur van buurvrouw Sue, bij de Fruitland Park-garage, verloopt heel voorspoedig. Hij luistert aandachtig naar onze ‘dangerous-noise-story’, buigt zich over de motor, haalt er nog een collega bij, Chris, en de conclusie luidt: de riem lubbert! We zien wat hij bedoelt. Maar, helaas is dit type niet op voorraad.
Terwijl Clemens met Kid een nieuwe afspraak voor dinsdagochtend regelt, steekt Chris een sigaretje op en vertelt trots hoe ontzettend weinig Amerikaanse monteurs het leuk vinden om alles te weten van deze Sprintermotoren. Ik snap dat hij trots is, maar ik schrik wel van zijn verhaal. Hopelijk ziet hij dat niet…
 

Uurtje later schrik ik wéér: word ik op de parkeerplaats van een supermarkt in The Villages bijna omver gereden door een golfkar. De bestuurder heeft het niet eens door en parkeert z’n kar tussen vele andere. Clemens schiet een voorbijganger aan voor het verhaal dat hier bij hoort. “We hebben dertig vierkante mijl golfbanen in de omgeving. And w’re permitted to drive de carts in town.” Oké, dank voor de info, maar het blijft wel een absurd gezicht. We doen boodschappen en rijden terug naar Bushnell.


Voor de supermarkt...

“Zullen we nog even bij Dade’s Battlefield langs gaan?” “Ja, goed. Kan nog net voor vijf uur.”
We hebben de borden naar deze historische plek al heel vaak gezien als we In Bushnell zelf boodschappen doen, en steeds gedacht dat het vooral om militair eerbetoon ging. Maar dit weekend las ik dat dit de plek is waar Seminole in december 1835 Majoor Dade en zijn ruim honderd manschappen hebben verslagen. Toch even stoppen dus.

In het bezoekerscentrum kijken we, op advies van de vrijwilligster, eerst naar een film waarin de bewuste strijd is gereconstrueerd. Dat de Seminole deze slag hebben gewonnen is niet vreemd. De bossen en de swamps zijn hun thuis. Ze hebben de troepen van Dade vijf dagen lang gevolgd zonder zelf zichtbaar te zijn, en slaan dan succesvol toe. Knap!


Het begin van de verdedigingsschans ligt er nog steeds...
Buiten, op het slagveld zelf, staan alleen herkennings- en herdenkingstekens van en voor de militairen die hier het leven hebben gelaten. Binnen is een interessante tentoonstelling over wat later het begin is geworden van de Second Seminole War. Ik ben verrast door de toon op een van de tekstplateaus. Na een licht wollig overzicht van waar het in feite om ging: de deporatie van zo veel mogelijk Seminole naar Oklahoma en andere onherbergzame gebieden lees ik: “We cannot undo the past, but we can study it, learn from it, and in so doing, honor the sacrificies of all races.”

Dinsdag de 26ste brengen we een tweede bezoek aan de garage in Fruitland Park. Kip zet de nieuwe riem er razendsnel in. Met twintig minuten rijden we weer weg. “Als je zin hebt, het blijft zonnig vandaag, kunnen we nog naar Whispering Oaks rijden. Kijken of we kunnen spelen.” Ik wil liever lezen, maar morgen gaat het weer regenen, dus Clemens heeft gewoon gelijk.

We kunnen nét voor een grote groep starten en voor ons speelt een traag driemanschap…lekker rustig. Op een gegeven moment rij ik Clemens naar zijn bal. Hij stapt uit, concentreert zich en lijnt op… In mijn linker ooghoek zie ik iets bewegen. Ik schrik en ik geef een gil: “Moet je kijken!!!”
De ‘bruine steen’ waar ik net rakelings langs reed beweegt: ik zie een koppie wiebelen…het is een kleine schildpad!


Wat een moed, een golfbaan oversteken!
Terug op de campground staan er drie korte houten paaltjes met van dat gele ‘Blijf-Hier-Weg-tape’ op ‘ons’ grasveld. Ziet er alarmerend uit, maar het tegendeel blijkt waar : “It’s a nest. Turtle-eggs. Takes two full moons.” vertelt een vrijwilligster die toevallig langsloopt. 


Ingegraven schildpadeieren
Dan kijk je toch weer heel anders naar die ‘gevaarlijke’ plek 
naast je camperdeur.