“Dit is echt
de allerleukste stad tot nu toe. Misschien wel leuker dan New Orleans...” We
zeggen het in koor en zijn het ook helemaal eens met Frederick Holmes,
galeriehouder op Pioneer Square, die een jaar of tien geleden uit San Francisco
deze kant op is gekomen: “Seattle is like SF twenty years ago. Before the tech
bubble.” Met hem raken we in gesprek nadat we zijn galerie binnen zijn gestapt
om een paar beelden van dichtbij te bekijken. Het zijn vrouwenfiguren met kleine
bovenlijven. De zwaar gevulde heupen, billen, dijen en lange benen vragen al je
aandacht. De beelden blijken van Jane Burton, ceramist. “And she writes on them
in a stream of consiousness.” Ze zijn echt prachtig en ook heel kostbaar. “Maar
mocht ik nog een keer een dikke tienduizend euro winnen in de Postcodeloterij,
dan bel ik ‘m gelijk!” “Ja, en dan komt ze in de nis te staan en gaat het beeld
van Hofbauer naar de slaapkamer.” Ik ben zo onder de indruk dat ik bijna
vergeet Frederick Holmes te bedanken: “Thank you so much for being here!” “It’s
my pleasure!”
Sculptuur van Jane Burton bij Frederick Holmes |
Als we dit meemaken
hebben we al een hele dag door Seattle gezworven. We zijn gestart bij de
beroemde Pike Market Place: sinds 1907 de lange overdekte markt voor groente,
fruit, vis, vlees, bloemen en, uiteraard, stalletjes met t-shirts en
tierelantijnen. Mijn lief gaat vooral voor een vis-stal waar de salesjongens
een vis opgooien naar de superfileerder als je een grote zalm of zo koopt. “Ik
gebruikte een filmpje hiervan altijd als voorbeeld van samenwerking.”
Visstal op Pike Place Market |
...en dit hadden we willen zien!(Foto van een foto uit een Washington-promo-tijdschrift) |
De visstal
in kwestie hebben we gevonden, maar helaas was er na een tijdje wachten nog
niemand die zo’n grote vis nodig had. Op dus naar de tweede highlight van Pike
Place Market: de eerste Starbucks uit 1912. Niet voor een espresso, veel te
lange wachtrijen, maar voor een snelle blik naar binnen en een foto van het
allereerste logo. Oké, deze firma doet aan financiëel onderduiken, ook dankzij
het malafide Nederlandse belastingsysteem voor multinationals, maar ze serveren
wel overal heerlijke espresso, mét Wifi.
De eerste Starbucks (1912) met het eerste logo |
Seattle Art
Museum blijkt zeer de moeite waard. Onder andere vanwege onze eerste kennismaking
met glaskunstenaar Dane Chihuly (Tacoma, 1941), waarover morgen meer. Een van
de bijzondere tijdelijke tentoonstellingen is een zaal met Civil Rights
Photography, getiteld ‘Go Tell It’. Een goede reminder van wat we in de
Zuidoostelijke Staten hebben gezien. Las elders, op een site van de University
of Washing ton, hoe zwaar alle mannen en vrouwen die geen deel uitmaken van de
witte blanke meerderheid ook hier in het Noordwesten tot op de dag van vandaag
worden gediscrimineerd: ‘For most of its history
Seattle was a segregated city, as committed to white supremacy as any location
in America. People of color were excluded from most jobs, most neighborhoods
and schools, and many stores, restaurants, hotels, and other commercial
establishments, even hospitals.’
http://depts.washington.edu/civilr/segregated.htm
Met je klas in de vakantie naar SAM |
Een
aangename verrassing in het SAM het type tekst naast schilderijen: het zijn
steevast uitspraken van de kunstenaar over zijn (haar) intenties. In de
afdeling ‘Big Picture: Art After 1945’ hangt bijvoorbeeld een zwart-wit doek
van Barnett Newman: The Three (1962) . De
tekst citeert Newman (1965): “I think of a line as a thing that involves certain
possebilities. It acts as a contour and moves in relation to a shape; it also
acts as something that divides space…I hope that my painting has the impact of
giving someone, as it did me, the
feeling of his own totality, of his separateness, of his own individuality, and at the same time his connection to
others, who are also separate.” (Italics van mij)
The Three van Barnett Newman (1952 SAM) |
Het
Frymuseum biedt weer een ander soort verrassing. Xu Bing (1955), een
wereldberoemde, maar voor ons onbekende Chinese kunstenaar, afgestudeerd aan de
Centra Academy of Fine Arts in Beijing, jaren
verbonden is geweest aan de University of Wisconsin-Madison, en nu deels in
Beijing en deels in New York werkt, is bezig met een film compleet samengesteld
uit opnames van officiële bewakingsvideo’s en ander publiek toegankelijk
videomateriaal. Een dat is heel veel: in 2014 zijn er bijvoorbeeld alleen al
245 miljoen bewakingscamera’s 7x24 operationeel, waarvan 65% in Azië.
De film heet Dragonfly Eyes, omdat drakenogen ook 360˚ rond kunnen kijken en is gebaseerd op een waargebeurde rechtszaak
in de tijden van één-kind-politiek, waarin een man van zijn vrouw wil scheiden
omdat ze een spuuglelijk kind heeft gebaard. Dan komt uit dat zij voor hun
huwelijk uitgebreid door cosmetisch chirurgen is verbouwd. De trailer van
Dragonfly Eyes duurt vier minuten en bevat zoveel geweldscenes dat ik de film
zelf niet hoef te zien. Naast de ingang hangt niet voor niks een bordje: ‘This
work contains explicit language, brief nudity, and disturbing images. Parental
discretion is advised.’ Maar het statement is duidelijk: niet alleen ons online
gedrag is volledig transparant, we worden ook door camera’s voortdurend
gemonitord.
In de
belendende ruimte draait ‘This is who we are’ van Inye Wokoma. Wokoma is
afgestudeerd als journalist en als filmmaker aan de Clark Atlanta University en
heeft sinds jaren een eigen bedrijf in Seattle. ‘This is who we are’ onderzoekt
de culturele en spirituele invloed die afkomst op je heeft. In Wokoma’s
situatie is dat een African American moeder uit het Zuiden en een Nigeriaanse
vader uit de Niger Delta. Beiden brengen hun eigen familietradities mee. Wokoma
heeft gekozen voor een multimediale aanpak. Op een wand draaien drie video’s
naast elkaar. Aan de overkant volg je een soort begrafenisritueel. Nogal
verwarrend allemaal, ook omdat de stem van de verteller nauwelijks hoorbaar is.
Toch heeft het indruk gemaakt…
Onderweg ook nog gezien: 'The Fountain of Wisdom' van George Tsutakawa voor de Central Library van Rem Koolhaas |
En dan zijn
er ook nog de Glasshouse Studio op Pioneer Square, waar we glaskunstenaars aan
het werk zien en het Klondike Gold Rush National Historic Park, een tentoonstellingsgebouw
in Pioneer Sqaure Historic District dat je meeneemt naar de goudzoekersgekte
uit de laatste jaren van de 19de eeuw. Er draait daar ook een film
waarin je ziet hoe een journalist (naam vergeten) Seattle wereldwijd op de
kaart weet te zetten als dé plek waar je alles kunt kopen om op weg naar en in
Klondike te kunnen overleven. De slimme man ondernam een direct marketing actie
avant la lettre: hij schreef zelfs alle Europese vorsten en de toenmalige Paus
een promotiebrief. Een van de rangers vertelt: “Al die leveranciers van meel,
bonen, kookgerei, sleeën, slaapzakken, winteroutfits en noem maar op, zijn er
veel rijker van geworden dan de gemiddelde goudzoeker.” We begrijpen dat deze
gekte, die in twee jaar 100.000 mensen heeft verleid tot een maandenlange barre
tocht naar de binnenlanden van Canada, net over de grens met Alaska, Seattle
wel uit een zware economische depressie heeft getrokken.
Lopen in Seattle is klimmen en dalen... |
...en je komt veel Starbucks tegen met het eigentijdse logo |
Tegen half
vijf lopen we naar King Street Station om voor $ 2 pp (= de helft van de prijs
omdat we 65+ zijn) na een half uur treinen uit te stappen in Edmonds en aan de
laatste twee mijl van vandaag te beginnen. Jean, onze gastvrouw, zei vanochtend
nog eens nadrukkelijk dat we even moesten bellen en dat ze ons dan van het
station zou halen. Dat doen we niet en dat blijkt maar goed ook: als we
aankomen blijkt een vriendin van haar, Jill, net terug uit Schotland. Ze zitten
gezellig op haar Mac foto’s te kijken, terwijl Daniel al druk bezig is met de
bbq.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten