Zoeken in deze blog

zondag 31 juli 2016

Van eeuwig groene bossen naar fikkende heuvels

Washington heet de Evergreen State. Dan denk je overal bossen en bomen aan te treffen, ook als je vanaf Mount Rainier National Park naar het oosten gaat. 


La Wis Wis in Mount Rainier National Park:
een heerlijke plek
Vlakbij Yakima verandert het landschap dramatisch: enkel nog grote gele bergachtige heuvels met daarboven donkere rookwolken. Even later zien we ook heel veel boom- en wijngaarden tegen de hellingen omhoog klimmen. 
De hele Yakima Valley staat er vol mee…


Kale heuvels aan beide kanten van de Yakima Valley
“Zeg het maar. Willen jullie uitzicht op de brand? Die duikt sinds een paar dagen steeds weer op, maar komt niet verder deze kant uit. Hoef je niet bang voor te zijn.” Deze geruststellende woorden zijn van Terrie Harrison, samen met z’n vrouw Anne eigenaar van Knight Hill Winery in Zillah bij wie we vannacht op het erf staan.


Uitzicht op fikkende heuvels
Als de andere gasten naar de patio zijn vertrokken raken we verder in gesprek. Natuurlijk over onze reis: ja, we hebben de camper verscheept, naar Baltimore, en over zijn achtergrond en over wijn. Ik vraag wanneer hij hier is gestart: “2008”. En daarvoor? “Was ik twintig jaar fruitteler. Appels en perziken. Ook in deze vallei.” En dáárvoor? Ik wilde niet vervelend zijn, maar Terrie kijkt weg als hij vertelt dat hij tot z’n veertigste bankier geweest in New York. Durf ik niet op door te vragen, maar er is iets anders dat ik ook nog wil weten: “Ik zag hier in Zillah overal tweetalige borden: Amerikaans en Spaans. Dat verbaast me zo helemaal in het noorden van de USA.” “Snap ik, maar als je bedenkt dat hier heel veel werkgelegenheid is door al die fruittelers en de wijnboeren, dan is het juist logisch. Hispanic Americans don’t border with routine work and they like to be in the open air. Ze doen het werk dat Amerikanen niet meer willen doen, en ze vormen nu zo’n zestig procent van de bevolking in deze valley.” “Zestig!?” “Ja, dat heb je goed gehoord. En weet je wat ook interessant is? Er zijn hier heel veel boeren die ‘Vande-vul maar in’ heten, melkveehouders van Nederlandse oorsprong. En die zijn juist wél een probleem, want ze houden heel veel koeien, vaak meer dan vijfhonderd, en al die koeien bij elkaar produceren enorm veel uitlaatgassen en stront. Het is inmiddels echt een groot probleem! Vandaag of morgen moeten er maatregelen komen…”


De patio van Terrie en Anne
We proeven al kletsend verschillende witte wijnen kiezen voor de Verdelho, gemaakt van de enige druiven die hij zelf verbouwt, Portugees van oorsprong. “Heb je er een koud staan?” “Ja, momentje.” Terrie loopt naar achter en houdt de fles Verdelho omhoog: “Kijk! Voor deze heb je geen kurketrekker nodig. Hij heeft een schroefdop.” “Hmm, hoe zit dat eigenlijk? Kurk of schroefdop?” Terrie is daar heel stellig over: “Dat is zuiver een kwestie van imago. Mensen denken dat schroefdop gelijk staat aan lage kwaliteit. Dat is nonsens! Wijntechnisch is er geen enkel verschil!”
Even later wandelen we met de koele Verdelho naar ons plekkie op de top van Knight Hill en genieten van het driehonderdzestig graden uitzicht, ook al hangt het oostelijk deel nog geheel in de rookwolken.

Een uurtje later, als de zon bijna ondergaat, zien we ook in het westen flinke rookpluimen. Lijkt er op dat ook daar heuvels in de fik staan. Of is het de luchtvervuiling van al die melkkoeien…


donderdag 28 juli 2016

Seattle II

“I’ll have to collect my son’s dog so I will drive you to Seattle today.” Wat een luxe weer, en wat een leuke rit maakt onze gastheer, Daniel, er van. “We rijden nu een dure wijk van Woodway binnen. De mensen houden erg van hekken, struiken en bomen, dus je ziet geen huizen. Ze kosten tussen de drie en tien miljoen.” …”En in dit deel wonen mensen waarbij de eigenaren van nèt arme mensen zijn. Kijk, deze heeft een 18 holes golfbaan in zijn tuin. Al z’n vrienden mogen er gratis spelen.” Zo te zien heeft hij er veel, het is behoorlijk druk. “Nu rijden we de hippiewijk van Fremont binnen. We hebben zo een fotostop.” Dat blijkt lachen: onder een brug over het kanaal naar Lake Union, kijk je in het gezicht van een enorme betonnen trol, initiatief van een groep buurtbewoners om ‘iets leuks’ te doen met de ruimte onder de brug. 

The Fremont Troll


...en z'n uitzicht

“En daar werkt onze zoon, het biologielab van de Seattle University. Hij onderzoekt het Zitkavirus.” Dan zijn we al dicht bij het Seattle Center, het terrein waar in 1962 de Wereldtentoonstelling is gehouden en waar we op deze tweede dag in Seattle onze zwerftocht willen beginnen.

We laten het Experience Music Project, een soort popmuseum met veel aandacht voor de beroemde Seattliaan Jimi Hendriks, en de Space Needle, icoon van de World’s Fair, voor wat ze zijn en lopen door naar Chihuly Garden en Glass. 


Feminine One


...en de Space Needle van Seattle
Een stukje voor de ingang staat een bronzen beeld dat de aandacht trekt. Blijkt ‘Feminine One’ van David Lemon, een danseres in beweging uit 1950. “Waarom staat dat hier?” “Geen idee…” En plaquette geeft antwoord: dit beeld inspireerde de architect van de Space Needle, Victor Steinbrueck, toen hij nadacht over het ontwerp voor de toren. Als je omhoog kijkt zien je inderdaad drie dansers die met hun ruggen tegen elkaar leunen.

De daaropvolgende anderhalf uur vallen onze monden voortdurend open van bewondering: wat een ongelooflijk bijzonder kunstenaar is die Dale Chihuly. De tentoonstelling bestaat uit drie delen: een galerie met acht zalen en een filmzaal, een kas en een tuin. Dale Chihuly’s motto luidt: “I want people to be overwhelmed with Light and Color in a way they have never experienced before.” Wat ons betreft is dat super gelukt, we zijn inderdaad overdonderd. Zodra we weer in Amsterdam zijn, bestel ik dat mooie dikke boek over hem en zijn werk. Is nu te zwaar om mee te sjouwen…


Glass Forest

 

Detail Sealife Room


Mille Fiori


Niijima Floats


The Glasshouse


Glazen varens in de tuin



... en zoveel aandacht voor passende kleuren

Wat doe je nog na zo’n spectaculaire ervaring? Even kijken en genieten van de Internationale Fontein op het Seattle Centerterrein, een hele korte wandeling door het Olympic Sculpture Park en langs de waterkant, kort omdat het zo warm is, bij Pier 66 met de lift van de Bell Street Bridge omhoog om op Pike Place Market een fraaie bos bloemen te kopen voor onze aardige en attente gastvrouw- en heer, even nog naar de stadsfontein in Pioneer Square District die gister was gesloten, en in het koele Café Zeitgeist een espresso drinken. 


Internationale Fontein Seattle Center


Stadsfontein UPS Pioneer District


Mijn lief in de rij bij Zeitgeist

Dat is echt méér dan genoeg voor vandaag......


woensdag 27 juli 2016

Seattle I

“Dit is echt de allerleukste stad tot nu toe. Misschien wel leuker dan New Orleans...” We zeggen het in koor en zijn het ook helemaal eens met Frederick Holmes, galeriehouder op Pioneer Square, die een jaar of tien geleden uit San Francisco deze kant op is gekomen: “Seattle is like SF twenty years ago. Before the tech bubble.” Met hem raken we in gesprek nadat we zijn galerie binnen zijn gestapt om een paar beelden van dichtbij te bekijken. Het zijn vrouwenfiguren met kleine bovenlijven. De zwaar gevulde heupen, billen, dijen en lange benen vragen al je aandacht. De beelden blijken van Jane Burton, ceramist. “And she writes on them in a stream of consiousness.” Ze zijn echt prachtig en ook heel kostbaar. “Maar mocht ik nog een keer een dikke tienduizend euro winnen in de Postcodeloterij, dan bel ik ‘m gelijk!” “Ja, en dan komt ze in de nis te staan en gaat het beeld van Hofbauer naar de slaapkamer.” Ik ben zo onder de indruk dat ik bijna vergeet Frederick Holmes te bedanken: “Thank you so much for being here!” “It’s my pleasure!” 


Sculptuur van Jane Burton bij Frederick Holmes

Als we dit meemaken hebben we al een hele dag door Seattle gezworven. We zijn gestart bij de beroemde Pike Market Place: sinds 1907 de lange overdekte markt voor groente, fruit, vis, vlees, bloemen en, uiteraard, stalletjes met t-shirts en tierelantijnen. Mijn lief gaat vooral voor een vis-stal waar de salesjongens een vis opgooien naar de superfileerder als je een grote zalm of zo koopt. “Ik gebruikte een filmpje hiervan altijd als voorbeeld van samenwerking.” 


Visstal op Pike Place Market


...en dit hadden we willen zien!(Foto van een foto uit een Washington-promo-tijdschrift)
De visstal in kwestie hebben we gevonden, maar helaas was er na een tijdje wachten nog niemand die zo’n grote vis nodig had. Op dus naar de tweede highlight van Pike Place Market: de eerste Starbucks uit 1912. Niet voor een espresso, veel te lange wachtrijen, maar voor een snelle blik naar binnen en een foto van het allereerste logo. Oké, deze firma doet aan financiëel onderduiken, ook dankzij het malafide Nederlandse belastingsysteem voor multinationals, maar ze serveren wel overal heerlijke espresso, mét Wifi.


De eerste Starbucks (1912) met het eerste logo
Seattle Art Museum blijkt zeer de moeite waard. Onder andere vanwege onze eerste kennismaking met glaskunstenaar Dane Chihuly (Tacoma, 1941), waarover morgen meer. Een van de bijzondere tijdelijke tentoonstellingen is een zaal met Civil Rights Photography, getiteld ‘Go Tell It’. Een goede reminder van wat we in de Zuidoostelijke Staten hebben gezien. Las elders, op een site van de University of Washing ton, hoe zwaar alle mannen en vrouwen die geen deel uitmaken van de witte blanke meerderheid ook hier in het Noordwesten tot op de dag van vandaag worden gediscrimineerd: ‘For most of its history Seattle was a segregated city, as committed to white supremacy as any location in America. People of color were excluded from most jobs, most neighborhoods and schools, and many stores, restaurants, hotels, and other commercial establishments, even hospitals.’ http://depts.washington.edu/civilr/segregated.htm


Met je klas in de vakantie naar SAM
Een aangename verrassing in het SAM het type tekst naast schilderijen: het zijn steevast uitspraken van de kunstenaar over zijn (haar) intenties. In de afdeling ‘Big Picture: Art After 1945’ hangt bijvoorbeeld een zwart-wit doek van Barnett Newman: The Three  (1962) . De tekst citeert Newman (1965): “I think of a line as a thing that involves certain possebilities. It acts as a contour and moves in relation to a shape; it also acts as something that divides space…I hope that my painting has the impact of giving  someone, as it did me, the feeling of his own totality, of his separateness, of his own individuality, and at the same time his connection to others, who are also separate.” (Italics van mij)


The Three van Barnett Newman (1952 SAM)

Het Frymuseum biedt weer een ander soort verrassing. Xu Bing (1955), een wereldberoemde, maar voor ons onbekende Chinese kunstenaar, afgestudeerd aan de Centra Academy of Fine Arts in Beijing,  jaren verbonden is geweest aan de University of Wisconsin-Madison, en nu deels in Beijing en deels in New York werkt, is bezig met een film compleet samengesteld uit opnames van officiële bewakingsvideo’s en ander publiek toegankelijk videomateriaal. Een dat is heel veel: in 2014 zijn er bijvoorbeeld alleen al 245 miljoen bewakingscamera’s 7x24 operationeel, waarvan 65% in Azië.
De film heet Dragonfly Eyes, omdat drakenogen ook 360˚ rond kunnen kijken en is gebaseerd op een waargebeurde rechtszaak in de tijden van één-kind-politiek, waarin een man van zijn vrouw wil scheiden omdat ze een spuuglelijk kind heeft gebaard. Dan komt uit dat zij voor hun huwelijk uitgebreid door cosmetisch chirurgen is verbouwd. De trailer van Dragonfly Eyes duurt vier minuten en bevat zoveel geweldscenes dat ik de film zelf niet hoef te zien. Naast de ingang hangt niet voor niks een bordje: ‘This work contains explicit language, brief nudity, and disturbing images. Parental discretion is advised.’ Maar het statement is duidelijk: niet alleen ons online gedrag is volledig transparant, we worden ook door camera’s voortdurend gemonitord.
In de belendende ruimte draait ‘This is who we are’ van Inye Wokoma. Wokoma is afgestudeerd als journalist en als filmmaker aan de Clark Atlanta University en heeft sinds jaren een eigen bedrijf in Seattle. ‘This is who we are’ onderzoekt de culturele en spirituele invloed die afkomst op je heeft. In Wokoma’s situatie is dat een African American moeder uit het Zuiden en een Nigeriaanse vader uit de Niger Delta. Beiden brengen hun eigen familietradities mee. Wokoma heeft gekozen voor een multimediale aanpak. Op een wand draaien drie video’s naast elkaar. Aan de overkant volg je een soort begrafenisritueel. Nogal verwarrend allemaal, ook omdat de stem van de verteller nauwelijks hoorbaar is. Toch heeft het indruk gemaakt…


Onderweg ook nog gezien: 'The Fountain of Wisdom'
van George Tsutakawa
voor de Central Library van Rem Koolhaas

En dan zijn er ook nog de Glasshouse Studio op Pioneer Square, waar we glaskunstenaars aan het werk zien en het Klondike Gold Rush National Historic Park, een tentoonstellingsgebouw in Pioneer Sqaure Historic District dat je meeneemt naar de goudzoekersgekte uit de laatste jaren van de 19de eeuw. Er draait daar ook een film waarin je ziet hoe een journalist (naam vergeten) Seattle wereldwijd op de kaart weet te zetten als dé plek waar je alles kunt kopen om op weg naar en in Klondike te kunnen overleven. De slimme man ondernam een direct marketing actie avant la lettre: hij schreef zelfs alle Europese vorsten en de toenmalige Paus een promotiebrief. Een van de rangers vertelt: “Al die leveranciers van meel, bonen, kookgerei, sleeën, slaapzakken, winteroutfits en noem maar op, zijn er veel rijker van geworden dan de gemiddelde goudzoeker.” We begrijpen dat deze gekte, die in twee jaar 100.000 mensen heeft verleid tot een maandenlange barre tocht naar de binnenlanden van Canada, net over de grens met Alaska, Seattle wel uit een zware economische depressie heeft getrokken.


Lopen in Seattle is klimmen en dalen...


...en je komt veel Starbucks tegen met het eigentijdse logo
Tegen half vijf lopen we naar King Street Station om voor $ 2 pp (= de helft van de prijs omdat we 65+ zijn) na een half uur treinen uit te stappen in Edmonds en aan de laatste twee mijl van vandaag te beginnen. Jean, onze gastvrouw, zei vanochtend nog eens nadrukkelijk dat we even moesten bellen en dat ze ons dan van het station zou halen. Dat doen we niet en dat blijkt maar goed ook: als we aankomen blijkt een vriendin van haar, Jill, net terug uit Schotland. Ze zitten gezellig op haar Mac foto’s te kijken, terwijl Daniel al druk bezig is met de bbq.

De geanimeerde zwoele zomeravond op het terras met zalm en witte wijn brengt nog een allerlaatste verrassing: gele one-night prime roses die binnen een minuut openbarsten en zich uitvouwen… Heb er een filmpje van gemaakt!

dinsdag 26 juli 2016

Bezoek aan Boeing en meer

De veerboot van 10.25 uur is nog aan het uitladen als we aankomen rijden. “Misschien kunnen we nog mee?! Zou wel mooi zijn!” Een van de medewerkers stapt op ons af: “Well, stay where you are, dear! This is the May-Be-Lane. So watch me. I might be winking!” Ze maakt eenzelfde gebaar als een verkeersagent om duidelijk te maken dat je door kunt rijden…


De 'May-Be Lane in de haven van Kingston


..en toch wachten op de volgende veerboot
Uiteindelijk wordt het toch de volgende veerboot van Kingston naar Edmonds, over grijs water onder een grijze lucht, maar, altijd bijzonder zo’n boottocht. “Voelt net alsof je in een ander land bent, toch?” “Ja, precies…” De rit van de kade in Edmonds naar Boeing gaat over de Interstate 5. Is weer even wennen zoveel drukte op de weg...


Gevonden...
Bij de Boeing Everett Assembly Plant in Mukilteo werken 41.000 mensen in drie shifts, de interne catering verzorgt 22.000 maaltijden per dag en alle hallen bij elkaar bieden ruimte voor het complete Disney World, inclusief vijf mega parkeerterreinen…wat info om een beetje een beeld te krijgen van de plek waar we de komende uren door zullen brengen.
Ik moet eerlijk zeggen, zodra we een paar minuten rondlopen in het Future of Flight Center, ook het vertrekpunt voor de Boeing Tour naar de fabriekshallen, en me piep voel naast de nieuwste Rolls Royce vliegtuigmotoren, vind ik het toch wel een goed idee dat we hier zijn. Van te voren was het meer een omdat-jij-het-erg-leuk-vindt-houding.


Indrukwekkend model van een RR-motor
Boeing begon in 1906 met een propellerviegtuig dat op zee konden landen. Dat is nu honderd jaar geleden en een deel van de tentoonstelling in het Flight Center heeft een historische invalshoek: foto’s van alle types die in de loop van de tijd zijn gemaakt, voor de burgerluchtvaart, maar ook voor de luchtmacht, voorbeelden van materialen voor vliegtuigvleugels, te beginnen bij een soort zeildoek dat door een team van naaisters in elkaar werd gezet, tot en met het innovatieve microlattice, ‘a 3D open-celpolymer structure....It can instantly retain its form after being crushed and it is so light it can balance on a dandelion’, een uitgebloeide paardenbloem. Wordt ook al gebruik in de medische wereld begrijp ik.
Boeiend is ook het deel over de zoektocht naar een duurzame brandstof voor grote vliegtuigen, waarbij afval van bosbouw hierin het Noordwesten natuurlijk een belangrijke rol speelt.


La Strada met een 787-KLM in de verte op de Boeing Plant 
Ik heb nog lang niet alles gezien als het al tijd is om ons aan te sluiten bij de groep van de 14.30 uur tour naar de fabriekshallen. Je mag niets meenemen, dus ik heb geen foto’s van wat we allemaal hebben mogen zien in de assemblagehallen voor de oude 747 en de nieuwe 777 en 787. Boeing bouwt alleen op bestelling en dan is het natuurlijk extra leuk dat er net een exemplaar voor KLM aan de beurt is om voorzien te worden van de twee, in plaats van vier, motoren. In den vreemde bekruipt me altijd weer een ‘ons-gevoel’ bij het zien van Nederlandse symbolen…
De nieuwe 787 vliegt super zuinig en haalt ruim 14.000 km zonder bij te tanken. Kosten 2,5 miljoen per stuk, en dan moet je zelf nog wel de stoelen aanschaffen!


Prima plek naast de schuur van Daniel & Jean in Edmonds

Vlak voor de afgesproken tijd arriveren we bij Daniel en Jean in Edmonds. “Waar waren jullie vandaag?” “Bij Boeing. Dat vonden we best interessant.” “Dat is het ook en je kunt er nog wel even van blijven genieten zolang jullie bij ons zijn, want de testvluchten komen hier over.” Dit is typisch een Daniel-opmerking weten we al snel: grappig gevoel voor humor. Jean vraagt gelijk: “Willen jullie iets drinken? Ook een biertje, of water en een glas wijn?” “Ik wil wel een biertje proberen.” “Mag het voor mij wijn zijn?” “Rood of wit?” “Met deze warmte wit graag.” En zo zitten binnen een paar minuten lekker in hun tuin verder kennis te maken. Jean en Daniel camperen pas een klein jaar. Ze hebben ook een kleine: een VW Roadtrack. Wij vertellen uitgebreid over onze reis en over handige dingen zoals een extra ventilator achter de koelkast zodat-ie goed blijft werken als de temperatuur de dertig passeert en het plezier van zonnepanelen als je veel vrij wilt staan. En wat wij deden voor ons pensioen? Clemens verhaal is altijd aanleiding voor een lang gesprek over healthcare, en de verschillen tussen de USA en Nederland. En, vragen we, wat is jullie achtergrond? Hij was heel lang ondernemer en daarna onderwijzer aan de highschool hier: geschiedenis en Engelse literatuur. Hij valt nog regelmatig in, ook al is hij nu 71. Zij is net zo oud als wij en werkte altijd als remedial teacher. Het gesprek gaat natuurlijk ook even over politiek. Daniel: “I hope you don’t think we like Trump.” Clemens: “Wat jammer nou, ik wil zó graag een keer Trumpaanhangers ontmoeten!”
Even later vraagt Daniel: “Houden jullie van zalm?” “Ja, lekker!” “Zullen we dan morgenavond samen bqq-en?” “Goed idee, graag!” Jean: “En ik breng jullie morgen naar Seattle. Heen is een probleem want de forensentreinen rijden maar tot 8 uur. Dat is vast te vroeg?!” “Eh…ja, dat is erg vroeg…”