‘Bij Rothko
kan zelfs het zwartse zwart licht geven. Dat is een wonder.’ schrijft Joost
Zwagerman in Americana 2 (887). ‘En dat al zijn doeken organismen zijn. Die ook
écht ademen.’ (886) De ervaring dat Rotkho’s doeken ademen ken ik ook. Vorige
jaar februari was ik met een vriendin in het Haags Gemeentemuseum. We hebben
allebei ademloos zitten kijken naar de bewegingen in een van Rothko’s donkerbruine
doeken.
Ik lees Zwagerman’s
verhalen over Mark Rothko’s schilderijen nog een keer als we terug zijn van de
Rothko Chapel in Houston. Hij heeft wel de Seagram Murals in de Londense Tate
Gallery gezien en was ‘een tikje teleurgesteld’ door ‘het megalomane’ van alle
immense doeken samen. In de Rothko Chapel is Zwagerman, voor zover ik weet,
niet geweest. Jammer, want ik zou graag willen weten wat hij waargenomen zou
hebben bij het zien van die drie triptieken en de vier alleenstaande ‘murals’
in de achthoekige kapel.
Rothko Chapel zonder beeld |
Clemens en ik hebben een uur in de kapel doorgebracht. Geen van de overwegend zwarte,
diepdonkerblauwe en dieppaarse doeken kwam in mijn blik tot leven. Ze hielden
me op afstand. Ze gaven geen licht. Ik vond ze ook niet warm, zoals Dominique
de Menil, opdrachtgeefster, zei bij de opening van de kapel in 1971. Maar dat
kan heel goed te maken hebben met het feit dat De Menils, Dominique en haar man
John, ‘deeply devout ecumenical Catholics’ waren. Clemens proefde in de kapel
wel iets van de hem bekende Rooms-Katholieke bombastiek. Ik voelde me op den
duur vooral geïntimideerd en eenmaal weer buiten had ik de neiging om even flink
te springen en te huppelen, gewoon om de beklemming kwijt te raken.
Heel
bijzonder is de verlichting in de kapel: een achthoekig zwart doek schermt de
lichtkoepel af, terwijl langs de randen het daglicht vrij spel heeft. Elke wolk
die voorbij komt zet de murals in een ander licht: heel verrassend.
Bijzonder is
ook de rechthoekige vijver voor de kapel, eveneens een ontwerp van Philip
Johnson.
In de vijver
staat normaliter de ‘Broken Obelisk’, een beeld van Barnet Newman uit 1968 dat
De Menils wilden opdragen aan de vermoorde Dr. Martin Luther King. De Menil’s
waren buitengewoon actief op het gebied van sociale rechtvaardigheid en
mensenrechten en kochten het beeld een jaar na de moord. Op een bord naast de
vijver lezen we dat het beeld in 2016 voor onderhoud en herstelwerkzaamheden
terug is naar de maker, Lippincott in Connecticut…
Foto van foto uit 'Rothko' van Jacob Baal- Teshuva Taschen, pagina 72 |
De Menil
Collection, in het gebouw van Renzo Piano iets verderop aan de Sul Rossstreet, heeft
één vrolijke rode Rothko. Die ademt wél. De Afro-Amerikaanse receptioniste
vertelde toen we binnenkwamen en aan de klets raakten dat er zeker nog vijf
grote doeken van Rothko in stock zijn. Ooit ook bedoeld voor de kapel en veel levendiger
en warmer dan wat er nu hangt. “Niemand weet dat en ze zijn sinds 1970 nog maar
twee keer tentoongesteld. Ik was heel lang suppoost in de kapel. En ik ben erg blij
dat ik nu hier zit.” Kan ik me helemaal indenken…
Maar toch:
hoe zou het zijn om eind van de maand deel te nemen aan een tweedaags symposium
met de titel ‘Confronting Inequality: Alternative Economies, Resilient
Communities’? Want de kapel is conform de bedoelingen van De Menils niet alleen
een spirituele bezinningsruimte waar regelmatig tal van beroemde geestelijken
uit alle mogelijke godsdienstige regionen hun opwachting maken. Het is ook een
forum voor discussies over mensenrechten in de allerbreedste zijn van het
woord, geheel in lijn met hun vertrek uit Parijs aan het begin van WOII…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten