Zoeken in deze blog

vrijdag 11 maart 2016

Rothko Chapel

‘Bij Rothko kan zelfs het zwartse zwart licht geven. Dat is een wonder.’ schrijft Joost Zwagerman in Americana 2 (887). ‘En dat al zijn doeken organismen zijn. Die ook écht ademen.’ (886) De ervaring dat Rotkho’s doeken ademen ken ik ook. Vorige jaar februari was ik met een vriendin in het Haags Gemeentemuseum. We hebben allebei ademloos zitten kijken naar de bewegingen in een van Rothko’s donkerbruine doeken.
Ik lees Zwagerman’s verhalen over Mark Rothko’s schilderijen nog een keer als we terug zijn van de Rothko Chapel in Houston. Hij heeft wel de Seagram Murals in de Londense Tate Gallery gezien en was ‘een tikje teleurgesteld’ door ‘het megalomane’ van alle immense doeken samen. In de Rothko Chapel is Zwagerman, voor zover ik weet, niet geweest. Jammer, want ik zou graag willen weten wat hij waargenomen zou hebben bij het zien van die drie triptieken en de vier alleenstaande ‘murals’ in de achthoekige kapel.


Rothko Chapel zonder beeld
Clemens en ik hebben een uur in de kapel doorgebracht. Geen van de overwegend zwarte, diepdonkerblauwe en dieppaarse doeken kwam in mijn blik tot leven. Ze hielden me op afstand. Ze gaven geen licht. Ik vond ze ook niet warm, zoals Dominique de Menil, opdrachtgeefster, zei bij de opening van de kapel in 1971. Maar dat kan heel goed te maken hebben met het feit dat De Menils, Dominique en haar man John, ‘deeply devout ecumenical Catholics’ waren. Clemens proefde in de kapel wel iets van de hem bekende Rooms-Katholieke bombastiek. Ik voelde me op den duur vooral geïntimideerd en eenmaal weer buiten had ik de neiging om even flink te springen en te huppelen, gewoon om de beklemming kwijt te raken.

Heel bijzonder is de verlichting in de kapel: een achthoekig zwart doek schermt de lichtkoepel af, terwijl langs de randen het daglicht vrij spel heeft. Elke wolk die voorbij komt zet de murals in een ander licht: heel verrassend.
Bijzonder is ook de rechthoekige vijver voor de kapel, eveneens een ontwerp van Philip Johnson.
In de vijver staat normaliter de ‘Broken Obelisk’, een beeld van Barnet Newman uit 1968 dat De Menils wilden opdragen aan de vermoorde Dr. Martin Luther King. De Menil’s waren buitengewoon actief op het gebied van sociale rechtvaardigheid en mensenrechten en kochten het beeld een jaar na de moord. Op een bord naast de vijver lezen we dat het beeld in 2016 voor onderhoud en herstelwerkzaamheden terug is naar de maker, Lippincott in Connecticut…


Foto van foto uit 'Rothko' van Jacob Baal- Teshuva
Taschen, pagina 72


De Menil Collection, in het gebouw van Renzo Piano iets verderop aan de Sul Rossstreet, heeft één vrolijke rode Rothko. Die ademt wél. De Afro-Amerikaanse receptioniste vertelde toen we binnenkwamen en aan de klets raakten dat er zeker nog vijf grote doeken van Rothko in stock zijn. Ooit ook bedoeld voor de kapel en veel levendiger en warmer dan wat er nu hangt. “Niemand weet dat en ze zijn sinds 1970 nog maar twee keer tentoongesteld. Ik was heel lang suppoost in de kapel. En ik ben erg blij dat ik nu hier zit.” Kan ik me helemaal indenken…


Maar toch: hoe zou het zijn om eind van de maand deel te nemen aan een tweedaags symposium met de titel ‘Confronting Inequality: Alternative Economies, Resilient Communities’? Want de kapel is conform de bedoelingen van De Menils niet alleen een spirituele bezinningsruimte waar regelmatig tal van beroemde geestelijken uit alle mogelijke godsdienstige regionen hun opwachting maken. Het is ook een forum voor discussies over mensenrechten in de allerbreedste zijn van het woord, geheel in lijn met hun vertrek uit Parijs aan het begin van WOII…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten