Buiten waait
een harde woestijnwind. Binnen genieten we van de Mattheus in mijn favoriete
versie, die met John Eliot Gardiner als dirigent. Het is Paaszondag. We nemen
even vakantie.
Sinds gistermiddag
staan we op Rio Grande Village, een National Parkcampground in het zuidwesten
van Big Bend, een camping overschaduwd door black brush, een soort acacia die
heel goed zonder en maar ook heel goed mét water gedijt.
Rio Grande met International Ferry |
“Laten we in
elk geval even kíjken op de Rio Grande camping of je daar onder bomen kunt
staan. En misschien is er toch wel een plek of kunnen we voor zondagavond iets
reserveren….”
De ranger
bij het Visitor Center heeft een advies: “Look for the campround host. As far
as I know we had a few cancellations. May be there is one left…” Dus het klopt
toch: wie het eerst komt wie het eerst maalt; gewoon de ‘campground
full’-borden langs de weg negeren en de gok wagen…
De
campgroundhost fietst rond, maar we vinden ‘m snel en ja, hij heeft nog een
plek en wellicht ook voor onze vrienden… Onze vrienden dat zijn Steve en Marie
Nycz, voor het eerst ontmoet bij een controlepost van de grenspolitie twee
dagen geleden. We hebben hen tussen de middag in Mexico, bij Boquillas weer
gezien en verteld over een RVpark net buiten Big Bend, waar wij zelf de afgelopen
nacht hebben gestaan en, waar we vanavond opnieuw naar toe gaan omdat er de
komende nacht ook niks vrij zou zijn. “Als jullie willen kook ik vanavond,
linzensoep met kalkoen.” “Gezellig en ja graag! Wij hebben ook nog geen plek
voor de komende nacht. Dan zien we elkaar weer in Study Butte.”…
Bob, de
campgroundhost, gaat ons voor: 44 en 54 zijn vrij. Wel nú beslissen. Clemens
zet snel onze bbq op de tafel van 44 en rijdt terug naar de parking bij de
oversteek naar Boquillas, om een briefje op Steve’s voorruit te plakken. Bob haalt
een zeil en een grote waterfles waarmee hij nummer 54 als ‘bezet’ markeert, “…and
you may wait over there, under the trees behind my van.” Hij wijst me de weg
naar een heel gezellig zitje onder de bomen: een donkergroene, ‘gevlochten’
metalen tafel met drie idem stoelen. Ik pak Alice Walker's ‘The Color Purple’
uit m’n tas en duim dat Steve & Marie nog niet terug zijn uit Boquillas…
Naar de waterkant van de Rio Grande |
Even in
Boquillas van een echte Mexicaanse lunch genieten is ook weer een verhaal apart
en dat gaat zo: je parkeert bij de Amerikaanse douane aan de oever van de Rio
Grande. “Als u zover bent loopt u naar de waterkant. Daar treft u een man met
een roeiboot. Die brengt u Mexico, dat kost $ 5 per persoon. Dan neemt u een
paard of een ezel naar Boquillas, of u loopt naar het dorp. In Boquillas gaat u
eerst naar de Mexicaanse douane voor een visum van één dag. Daar betaalt u $ 2
voor. U kunt ook een gids nemen om u rond te leiden. Verder moet u er voor
zorgen uiterlijk half zes weer bij de roeiboot te zijn en u mag geen drank en
sigaretten invoeren. Hebt u nog vragen?” “Ja. Hoever is het lopen naar het
dorp, sir?” “Just twenty minutes. Have a nice trip!”
Eerder
hebben we al aan een ranger gevraagd wat haar favoriete restaurant is in
Boquillas. “Falcon’s”, zegt ze zonder aarzelen. Blijkt tegenover het
douanekantoor te liggen en aangezien het al half één is als we met een vers stempel
in ons paspoort de withete weg op lopen, gaan we eerst lekker lunchen.
Onze roeiende veerman |
Clemens was
gister overigens op tijd om Steve en Marie te waarschuwen. Tot laat in de avond
hebben we gezellig zitten kletsen en van Steve talloze natuurtips voor New
Mexico, Arizona en Utah gekregen. Hij kan het weten, want hij is zelf ranger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten